Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken
Einde inhoudsopgave
Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken (BPP nr. XIX) 2017/116:116 De in het (on)gelijk gestelde partij
Proceskostenveroordeling en toegang tot de rechter in IE-zaken (BPP nr. XIX) 2017/116
116 De in het (on)gelijk gestelde partij
Documentgegevens:
C.J.S. Vrendenbarg, datum 15-12-2017
- Datum
15-12-2017
- Auteur
C.J.S. Vrendenbarg
- JCDI
JCDI:ADS582620:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Asser 2011 (Civiele cassatie), p. 121; Winters, in: T&C Burgerlijke Rechtsvordering, art. 419 lid 4, aant 9.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Art. 237 e.v. c.q. art. 1019h Rv zijn ingevolge art. 418a Rv van overeenkomstige toepassing in cassatie. Aldus dient ook in cassatie de in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld in de kosten van het geding. Zie nader par. 5.5. Indien de bestreden uitspraak wordt vernietigd maar de verweerder die uitspraak niet heeft uitgelokt door zijn houding in feitelijke instanties en evenmin in cassatie heeft verdedigd (door verstek te laten gaan of door zich ten aanzien van het cassatiemiddel onvoorwaardelijk te refereren aan het oordeel van de Hoge Raad), dan reserveert de Hoge Raad de kosten van het geding in cassatie tot de einduitspraak na verwijzing.1 De partij die in het geding na verwijzing in het ongelijk zal worden gesteld, zal ook worden veroordeeld in de kosten van het cassatiegeding.