Einde inhoudsopgave
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom)
Artikel 81
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2009
- Redactionele toelichting
Zie voor de partijgegevens van deze versie het Verdrag van Lissabon.
- Bronpublicatie:
13-12-2007, Trb. 2008, 11 (uitgifte: 01-02-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2010, Trb. 2010, 43 (uitgifte: 05-02-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Milieurecht / Straling
Energierecht (V)
De Commissie kan inspecteurs zenden naar het grondgebied van de Lid-Staten. De Commissie raadpleegt iedere betrokken Lid-Staat, voordat zij de eerste opdracht aan een inspecteur verleent op het grondgebied van die Staat; deze raadpleging geldt voor alle latere opdrachten aan die inspecteur.
De inspecteurs hebben, op vertoon van een document waaruit hun hoedanigheid blijkt, te allen tijde toegang tot alle plaatsen, alle gegevens en alle personen, die zich uit hoofde van hun beroep bezighouden met krachtens dit hoofdstuk aan controle onderworpen materialen, uitrustingen of installaties, voor zover dit noodzakelijk is om de ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen te controleren en er zich van te vergewissen, of de bepalingen van artikel 77 worden nageleefd. Indien de betrokken Staat zulks verzoekt, worden de door de Commissie aangewezen inspecteurs vergezeld van vertegenwoordigers van de autoriteiten van deze Staat, op voorwaarde dat de inspecteurs daardoor niet worden opgehouden of op andere wijze in de uitoefening van hun functie worden gehinderd.
Bij verzet tegen de uitoefening van controle dient de Commissie aan de president van het Hof van Justitie van de Europese Unie een bevelschrift te vragen, ten einde met dwangmiddelen de uitvoering van de controle te verzekeren. De president van het Hof van Justitie van de Europese Unie beslist hierover binnen drie dagen.
Indien uitstel gevaar oplevert, kan de Commissie zelf een schriftelijk controlebevel afgeven in de vorm van een besluit. Dit bevel moet onverwijld ter goedkeuring achteraf aan de president van het Hof van Justitie van de Europese Unie worden voorgelegd.
Na afgifte van het bevelschrift of van het besluit dragen de instanties van de betrokken Staat er zorg voor dat de inspecteurs toegang krijgen tot de in het bevelschrift of het besluit bepaalde plaatsen.