Einde inhoudsopgave
Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom)
Artikel 83
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2009
- Redactionele toelichting
Zie voor de partijgegevens van deze versie het Verdrag van Lissabon.
- Bronpublicatie:
13-12-2007, Trb. 2008, 11 (uitgifte: 01-02-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2010, Trb. 2010, 43 (uitgifte: 05-02-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Milieurecht / Straling
Energierecht (V)
1.
Ingeval personen of ondernemingen inbreuk maken op de verplichtingen welke hun door dit hoofdstuk worden opgelegd, kan de Commissie sancties tegen hen uitspreken.
Deze sancties zijn, naar hun gewicht gerangschikt, de volgende:
- a)
de waarschuwing,
- b)
het intrekken van bijzondere voordelen, zoals financiële bijstand of technische hulp,
- c)
het stellen van de onderneming, voor een tijdsduur van ten hoogste vier maanden, onder het beheer van een persoon of groep van personen, daartoe aangewezen in onderlinge overeenstemming tussen de Commissie en de Staat waaronder de onderneming ressorteert,
- d)
het geheel of gedeeltelijk intrekken van grondstoffen of van bijzondere splijtstoffen.
2.
De besluiten van de Commissie houdende verplichting tot levering welke zijn vastgesteld ter uitvoering van het voorgaande lid, vormen een executoriale titel. Zij kunnen op het grondgebied van de Lid-Staten ten uitvoer worden gelegd, onder de in artikel 164 vastgestelde voorwaarden.
In afwijking van de bepalingen van artikel 157 heeft het beroep bij het Hof van Justitie van de Europese Unie tegen de besluiten van de Commissie waarbij sancties worden opgelegd als bepaald in het voorgaande lid, schorsende werking. Het Hof van Justitie van de Europese Unie kan echter, op verzoek van de Commissie of van elke betrokken Lid-Staat, de onmiddellijke tenuitvoerlegging van het besluit bevelen.
De bescherming der geschade belangen moet door een passende rechtsprocedure worden gewaarborgd.
3.
De Commissie kan de Lid-Staten alle aanbevelingen doen met betrekking tot de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen, welke ten doel hebben de naleving op hun grondgebied van de uit dit hoofdstuk voortvloeiende verplichtingen te verzekeren.
4.
De Lid-Staten zijn gehouden er voor te zorgen, dat de sancties ten uitvoer worden gelegd en, in voorkomende gevallen, dat schade, veroorzaakt door de inbreuken, wordt hersteld door hen die zich aan deze inbreuken hebben schuldig gemaakt.