Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) 2018/273 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken, het wijnbouwkadaster, begeleidende documenten en certificering, het in- en uitslagregister, de verplichte opgaven, meldingen en de bekendmaking van meegedeelde informatie, tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepasselijke controles en sancties, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 555/2008, (EG) nr. 606/2009 en (EG) nr. 607/2009 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 436/2009 van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 van de Commissie
Artikel 17 Validering van het begeleidend document in het geval van een ernstige inbreuk of niet-naleving
Geldend
Geldend vanaf 03-03-2018
- Bronpublicatie:
11-12-2017, PbEU 2018, L 58 (uitgifte: 28-02-2018, regelingnummer: 2018/273)
- Inwerkingtreding
03-03-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2017, PbEU 2018, L 58 (uitgifte: 28-02-2018, regelingnummer: 2018/273)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Wanneer een bevoegde autoriteit constateert of gegronde redenen heeft om te vermoeden dat een afzender een wijnbouwproduct vervoert of heeft vervoerd waarvan de productieomstandigheden of de samenstelling niet in overeenstemming zijn met de Uniebepalingen of met de nationale bepalingen die op grond daarvan zijn vastgesteld, of ten aanzien waarvan een ernstige inbreuk is gepleegd met betrekking tot de begeleidende documenten, kan zij voorschrijven dat de afzender een nieuw begeleidend document voor dat wijnbouwproduct invult en het door de bevoegde autoriteit laat valideren.
De eventuele validatie kan gepaard gaan met voorwaarden inzake het verdere gebruik van het product of met een verbod op het in de handel brengen van het product. De validatie bevat het stempel van de bevoegde autoriteit, de handtekening van een functionaris van die autoriteit en de datum.
2.
De in lid 1 bedoelde autoriteit brengt de autoriteit die territoriaal bevoegd is voor de plaats van lading, op de hoogte. Wanneer het vervoer binnen de Unie plaatsvindt, wordt gezorgd voor wederzijdse bijstand of voor de melding van het vermoeden van niet-naleving overeenkomstig de artikelen 43 en 45.