NJB 2015/1745
Uitleveringsverzoek en eis dat uit het bijgevoegde bewijsmateriaal een redelijk vermoeden van schuld voortvloeit conform art. 9 lid 3 aanhef en onder b Uitleveringsverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika (Trb. 1980, 111): oordeel dat aan deze eis is voldaan gelet op de inhoud van de door de verzoekende Staat overgelegde stukken in casu onbegrijpelijk. Hoge Raad doet de zaak zelf af
HR 22-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2754
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 september 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu en A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/06161
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2754, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1945, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑08‑2015
- Wetingang
(Uitleveringsverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika art. 9 lid 3)
Essentie
Uitleveringsverzoek en eis dat uit het bijgevoegde bewijsmateriaal een redelijk vermoeden van schuld voortvloeit conform art. 9 lid 3 aanhef en onder b Uitleveringsverdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika (Trb. 1980, 111): oordeel dat aan deze eis is voldaan gelet op de inhoud van de door de verzoekende Staat overgelegde stukken in casu onbegrijpelijk. Hoge Raad doet de zaak zelf af
Uitspraak
Inleiding:
Uitleveringszaak. Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba heeft bij advies van 20 november 2014 geconcludeerd dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.