Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 952/2013 vaststelling douanewetboek van de Unie
Artikel 147 Voorwaarden en verantwoordelijkheden voor de tijdelijke opslag van goederen
Geldend
Geldend vanaf 30-10-2013
- Bronpublicatie:
09-10-2013, PbEU 2013, L 269 (uitgifte: 10-10-2013, regelingnummer: 952/2013)
- Inwerkingtreding
30-10-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-10-2013, PbEU 2013, L 269 (uitgifte: 10-10-2013, regelingnummer: 952/2013)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
1.
Goederen in tijdelijke opslag worden alleen in ruimten voor tijdelijke opslag opgeslagen overeenkomstig artikel 148, of, indien gerechtvaardigd, op andere door de douaneautoriteiten aangewezen of goedgekeurde plaatsen.
2.
Onverminderd artikel 134, lid 2, mogen goederen die onder de regeling tijdelijke opslag zijn geplaatst, geen andere behandelingen ondergaan dan die welke noodzakelijk zijn om deze goederen in ongewijzigde staat te behouden zonder dat de presentatie of de technische kenmerken worden gewijzigd.
3.
De houder van de in artikel 148 bedoelde vergunning of de persoon die de goederen opslaat in de gevallen waarin de goederen zijn opgeslagen op andere door de douaneautoriteiten aangewezen of goedgekeurde plaatsen, is verantwoordelijk voor al het volgende:
- a)
het verzekeren dat de goederen in tijdelijke opslag niet aan het douanetoezicht worden onttrokken;
- b)
het nakomen van de verplichtingen die voortvloeien uit de opslag van goederen in tijdelijke opslag.
4.
Indien goederen om enigerlei reden niet langer in tijdelijke opslag kunnen worden gehouden, nemen de douaneautoriteiten onverwijld alle nodige maatregelen om de situatie van deze goederen te regulariseren overeenkomstig de artikelen 197, 198 en 199.