RvdW 2018/1091
Verbintenissenrecht. Overeenkomst van opdracht; opdrachtnemer behoudt geldbedragen bestemd voor derde; tekortkoming; schade opdrachtgever? Bewijslast opdrachtnemer.
HR 28-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1776
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 september 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/03571
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1776, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:619, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑07‑2017
- Wetingang
Essentie
Verbintenissenrecht. Overeenkomst van opdracht; opdrachtnemer behoudt geldbedragen bestemd voor derde; tekortkoming; schade opdrachtgever? Bewijslast opdrachtnemer.
Ingeval een opdrachtnemer de van de opdrachtgever ter doorbetaling aan een derde ontvangen geldbedragen voor zichzelf heeft behouden, is de opdrachtnemer tekortgeschoten en lijdt de opdrachtgever schade ten belope van die geldbedragen, ongeacht de bestemming die de opdrachtgever aan de geldbedragen had toegedacht. De opdrachtnemer kan zich dus niet met succes erop beroepen dat causaal verband ontbreekt op de grond dat de opdrachtgever de geldbedragen ook niet zou hebben teruggekregen bij correcte uitvoering van de opdracht.