RvdW 2018/897
Huwelijksvermogensrecht. Toestemming andere echtgenoot vereist voor borgtochtovereenkomst echtgenoot/bestuurder?; art. 1:88 lid 5 BW; normale uitoefening van beroep of bedrijf; maatstaf.
HR 13-07-2018, ECLI:NL:HR:2018:1220
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 juli 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/03820
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1220, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑07‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:460, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑05‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑08‑2017
- Wetingang
Art. 1:88 lid 1 aanhef en onder c, art. 1:88 lid 5, art. 1:89 lid 1 BW
Essentie
Huwelijksvermogensrecht. Toestemming andere echtgenoot vereist voor borgtochtovereenkomst echtgenoot/bestuurder?; art. 1:88 lid 5 BW; normale uitoefening van beroep of bedrijf; maatstaf.
De maatstaf voor de toepasselijkheid van art. 1:88 lid 5 BW dat een uitzondering bevat op het toestemmingsvereiste van art. 1:88 lid 1 aanhef en onder c BW voor het aangaan van een borgtochtovereenkomst, is of de rechtshandeling waarvoor de zekerheid wordt verstrekt zelf behoort tot de rechtshandelingen die ten behoeve van de normale uitoefening van een bedrijf plegen te worden verricht. In het onderhavige geval waarin verweerder in cassatie zich als enig middellijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.