Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kroatië inzake sociale zekerheid
Artikel 23
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2000
- Bronpublicatie:
06-04-2000, Trb. 2000, 33 (uitgifte: 06-04-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2000, Trb. 2000, 109 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
Wanneer een persoon in aanmerking komt voor een prestatie krachtens de Kroatische wetgeving zonder optelling van de in artikel 21 bedoelde verzekeringstijdvakken, stelt het bevoegde orgaan de hoogte van de prestatie op de volgende wijze vast:
- a.
het berekent eerst het theoretische bedrag van de prestatie die zou moeten worden betaald indien alle bij elkaar opgetelde verzekeringstijdvakken waren vervuld krachtens de Kroatische wetgeving;
- b.
het orgaan berekent vervolgens het werkelijke bedrag van de te betalen prestatie op basis van het theoretische bedrag dat is berekend overeenkomstig het onder a. bepaalde al naar gelang de verhouding tussen de duur van de verzekeringstijdvakken die zijn vervuld krachtens de wetgeving die door dit orgaan wordt toegepast en de totale duur van de in artikel 21 bedoelde verzekeringstijdvakken;
- c.
wanneer de totale duur van de overeenkomstig artikel 21 bij elkaar opgetelde verzekeringstijdvakken de maximumduur overschrijdt die in de Kroatische wetgeving is opgenomen voor de berekening van het maximumbedrag van de prestatie, neemt het bevoegde verzekeringsorgaan voor de berekening van de onder a en b bedoelde prestaties bovengenoemde maximumduur in aanmerking, in plaats van de opgetelde perioden;
- d.
het onder a, b en c bepaalde is niet van toepassing wanneer berekening op basis van de Kroatische wetgeving voor de betrokkene gunstiger is.