Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kroatië inzake sociale zekerheid
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2000
- Bronpublicatie:
06-04-2000, Trb. 2000, 33 (uitgifte: 06-04-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2000, Trb. 2000, 109 (uitgifte: 01-01-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Wanneer een persoon krachtens de Kroatische wetgeving niet voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen, het behoud of het herstel van het recht op prestaties uitsluitend op basis van verzekeringstijdvakken of andere tijdvakken die krachtens de Kroatische wetgeving zijn vervuld, houdt het bevoegde orgaan voor het recht van de onderdanen van een van de Verdragsluitende Partijen op die prestaties ook rekening met verzekeringstijdvakken die krachtens de Nederlandse wetgeving zijn vervuld, alsof zij krachtens de Kroatische wetgeving waren vervuld.
2.
Wanneer, niettegenstaande het in het eerste lid van dit artikel bepaalde, een persoon niet voldoet aan de voorwaarden voor de prestatie, houdt het Kroatische verzekeringsorgaan, voor de onderdanen van een van de Verdragsluitende Partijen rekening met verzekeringstijdvakken die zijn vervuld in derde staten waarmee beide Verdragsluitende Partijen aparte verdragen inzake sociale zekerheid hebben gesloten die voorzien in het bij elkaar optellen van verzekeringstijdvakken in dergelijke gevallen. Wanneer alleen de Republiek Kroatië een dergelijk bilateraal verdrag heeft met een derde staat houdt het Kroatische orgaan rekening met de verzekeringstijdvakken die door Kroatische onderdanen in die derde staat zijn vervuld, tenzij in dat bilaterale verdrag anderszins wordt bepaald.
3.
Het in het eerste en het tweede lid van dit artikel bepaalde met betrekking tot optelling van verzekeringstijdvakken is alleen van toepassing op verzekeringstijdvakken die in andere staten zijn vervuld voor zover deze niet samenvallen met Kroatische tijdvakken.
4.
Het in het eerste en het tweede lid van dit artikel bepaalde is alleen van toepassing indien het totale krachtens de Kroatische wetgeving vervulde verzekeringstijdvak ten minste twaalf maanden beloopt, tenzij de minimumwachttijd korter dan twaalf maanden is.