Einde inhoudsopgave
Gerechtsdeurwaarderswet
Artikel 28 [Verrichten ambtshandelingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
17-02-2016, Stb. 2016, 93 (uitgifte: 07-03-2016, kamerstukken: 34047)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-03-2016, Stb. 2016, 132 (uitgifte: 06-04-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Gerechtsdeurwaarder
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
1.
De artikelen 3, tweede en derde lid, 13, 15 en 20 zijn van overeenkomstige toepassing op de toegevoegd gerechtsdeurwaarder.
2.
Artikel 23, derde lid, is van overeenkomstige toepassing op de toegevoegd gerechtsdeurwaarder die nog niet eerder is toegevoegd, met dien verstande dat de navolgende eed of belofte wordt afgelegd:
‘Ik zweer (beloof) getrouwheid aan de Koning en de Grondwet.’
‘Ik zweer (beloof), dat ik mij zal gedragen naar de wetten en voorschriften op het ambt van gerechtsdeurwaarder van toepassing en dat ik mijn taak eerlijk en nauwgezet zal uitvoeren.’
3.
Wanneer de eed of belofte, bedoeld in het tweede lid, in de Friese taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed of belofte als volgt: ‘Ik swar (ûnthjit) trou oan de Kening en de Grûnwet.’ ‘Ik swar (ûnthjit), dat ik my hâlde en drage sil neffens de wetten en foarskriften sa’t dy op it amt fan gerjochtsdoarwarder fan tapassing binne en dat ik myn taak earlik en sekuer útfiere sil.’
4.
Artikel 9, vierde en vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing op de aflegging van de eed of belofte door een toegevoegd gerechtsdeurwaarder. Hij mag zijn werkzaamheden eerst aanvangen nadat hij is ingeschreven in het gerechtsdeurwaardersregister.
5.
Bij het verrichten van ambtshandelingen vermeldt de toegevoegd gerechtsdeurwaarder naast zijn naam, voornamen en hoedanigheid, de naam, voornamen en plaats van vestiging van de gerechtsdeurwaarder aan wie hij is toegevoegd.
6.
De toegevoegd gerechtsdeurwaarder verricht geen ambtshandelingen indien voor de gerechtsdeurwaarder een waarnemend gerechtsdeurwaarder is benoemd, tenzij de waarnemend gerechtsdeurwaarder hem, na kennisgeving aan Onze Minister, toestemming heeft verleend om onder verantwoordelijkheid van de waarnemend gerechtsdeurwaarder zijn werkzaamheden als toegevoegd gerechtsdeurwaarder voort te zetten.