NJB 2019/1139
Internationaal bevoegdheidsrecht. Forum rei sitae. Een bank vordert dat een schuldenaar wordt bevolen mee te werken aan het verstrekken van een hypotheekrecht op onroerende zaken die in Frankrijk zijn gelegen. Het hof verklaart de Nederlandse rechter onbevoegd. Hoge Raad: Het onderdeel is gegrond. Nu de vordering is gebaseerd op een obligatoire overeenkomst, is niet voldaan aan het vereiste dat de ingestelde rechtsvordering berust op een zakelijk recht
HR 10-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:688
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 mei 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/01205
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:688, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:280, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑02‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑03‑2018
- Wetingang
(art. 24, aanhef en onder 1, Verordening Brussel I-bis)
Essentie
Internationaal bevoegdheidsrecht. Forum rei sitae. Een bank vordert dat een schuldenaar wordt bevolen mee te werken aan het verstrekken van een hypotheekrecht op onroerende zaken die in Frankrijk zijn gelegen. Het hof verklaart de Nederlandse rechter onbevoegd. Hoge Raad: Het onderdeel is gegrond. Nu de vordering is gebaseerd op een obligatoire overeenkomst, is niet voldaan aan het vereiste dat de ingestelde rechtsvordering berust op een zakelijk recht
Partij(en)
ING Bank, adv. mrs. B.T.M. van der Wiel en R.R. Verkerk, vs. A, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
A is bestuurder en indirect aandeelhouder van B. ING heeft een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.