NJB 2019/2272
De ‘openbaring van een geheim’ in de zin van art. 318 lid 1 Sr: van zodanige openbaring kan ook sprake kan zijn wanneer de bekendmaking ertoe strekt niet meer dan één persoon van het geheim op de hoogte te brengen
HR 08-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1463
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien en M.T. Boerlage
- Zaaknummer
18/01009
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1463, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:824, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑08‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑12‑2018
- Wetingang
(art. 318 Sr)
Essentie
De ‘openbaring van een geheim’ in de zin van art. 318 lid 1 Sr: van zodanige openbaring kan ook sprake kan zijn wanneer de bekendmaking ertoe strekt niet meer dan één persoon van het geheim op de hoogte te brengen
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – ‘met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, door bedreiging met openbaring van een geheim [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, toebehorende aan die [slachtoffer], welke bedreiging met openbaring van een geheim hierin bestond dat hij, verdachte, heeft gedreigd aan de echtgenote van die [slachtoffer] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.