Einde inhoudsopgave
Regeling voertuigen
Artikel 8.3.2 [Opbouw en werking meetmiddel]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2009
- Redactionele toelichting
Deze regeling treedt tegelijk in werking met het Besluit voertuigen (21-02-2009, Stb. 143).
- Bronpublicatie:
10-04-2009, Stcrt. 2009, 81 (uitgifte: 29-04-2009, regelingnummer: CEND/HDJZ-2009/388)
- Inwerkingtreding
01-05-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-04-2009, Stb. 2009, 184 (uitgifte: 01-01-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Vervoersrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het meetmiddel is van een zodanige opbouw en werking, dat de toetsing aan dit hoofdstuk redelijkerwijs mogelijk is.
2.
Het meetmiddel is zodanig ingericht, dat er geen misverstanden kunnen ontstaan met betrekking tot de aangewezen of geregistreerde meetwaarde.
3.
Het meetmiddel is niet voorzien van een voor de gebruiker toegankelijke justeerinrichting of andere instelinrichting die de meetnauwkeurigheid kan beïnvloeden, tenzij het gebruik van deze inrichtingen in de specifieke eisen is toegestaan.
4.
Het meetmiddel heeft zodanige eigenschappen, dat geen onredelijke eisen gesteld worden aan de vaardigheid en inspanning van de gebruiker.