NJB 2018/2311:Verkrachting door echtgenoot terwijl echtgenote zich niet heeft verzet, art. 242 Sr: de term “dwingt” in deze bepaling dient aldus te worden verstaan dat daaraan slechts is voldaan indien het (voorwaardelijk) opzet van de verdachte mede omvat dat hij iemand handelingen die bestaan of mede bestaan uit seksueel binnendringen, doet ondergaan tegen zijn of haar wil. Het Hof heeft i.c. kunnen oordelen, erop gelet dat de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de seksuele handelingen tegen de wil van het slachtoffer plaatsvonden, kunnen oordelen dat de verdachte met zodanig opzet heeft gehandeld. Daartoe is mede van belang dat de verdachte zijn echtgenote opzettelijk heeft gebracht in de bedreigende situatie waaraan zij zich niet kon onttrekken en waarin de seksuele handelingen hebben plaatsgevonden. Hieraan doet niet af dat zij zich niet tegen al de bewezenverklaarde gedragingen en handelingen van de verdachte heeft verzet