NJ 2017/69
Geen herziening ten nadele. Nieuw NFI rapport wekt niet ernstig vermoeden dat bekendheid daarmee destijds tot een veroordeling zou hebben geleid.
HR 08-11-2016, ECLI:NL:HR:2016:2520, m.nt. T. Kooijmans
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 november 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink, M.J. Borgers
- Zaaknummer
15/02813
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
T. Kooijmans
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154173:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2520, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:904, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2016
- Wetingang
Art. 482a Sv
Essentie
Geen herziening ten nadele; nieuw NFI-rapport waaruit volgt dat de eerder berekende kans dat het onder de nagels van het slachtoffer aangetroffen celmateriaal van de gewezen verdachte afkomstig is, niet kleiner is dan één op honderdduizend, maar kleiner dan één op één miljard, is niet van zodanig gewicht dat daardoor het ernstig vermoeden ontstaat dat de rechter indien hij daarmee destijds bekend was geweest in plaats van tot een vrijspraak tot een veroordeling van de gewezen verdachte zou zijn gekomen.
Samenvatting
1. Als grondslag voor herziening ten nadele kan ingeval de aanvraag is gebaseerd op nieuw technisch onderzoek, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.