Einde inhoudsopgave
Besluit SUWI
Artikel 2.3 Samenwerking met werknemers- en werkgeversverenigingen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
23-02-2021, Stb. 2021, 113 (uitgifte: 08-03-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-02-2021, Stb. 2021, 113 (uitgifte: 08-03-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
1.
De bestuursorganen en organisaties, genoemd in artikel 10a van de Wet SUWI, maken afspraken over de wijze van betrokkenheid van die organisaties bij de samenwerking van de bestuursorganen, bedoeld in de artikelen 9 en 10 van de Wet SUWI.
2.
De afspraken, bedoeld in het eerste lid, voor zover daarover geen regels zijn gesteld bij ministeriële regeling als bedoeld in het vijfde lid, zien in ieder geval op:
- a.
de samenwerkingsvorm en inrichting van het samenwerkingsverband, waarbij ten minste aandacht wordt besteed aan de inrichting van het bestuur, de regeling van het voorzitterschap, en de taken en verantwoordelijkheden van alle betrokkenen;
- b.
de wijze waarop de betrokken colleges van burgemeester en wethouders het voorzitterschap van het bestuur verzorgen;
- c.
de wijze waarop de regionale uitvoering van de gemaakte afspraken wordt geregeld en de wijze waarop wordt aangesloten bij de bestaande regionale samenwerking;
- d.
de wijze waarop wordt omgegaan met de afzonderlijke van toepassing zijnde verordeningen die door de afzonderlijke gemeenteraden zijn vastgesteld op grond van de artikelen 6, tweede lid, 8a en 47 van de Participatiewet;
- e.
de wijze waarop inzicht wordt geboden in de registratie van werkzoekenden met behulp van de elektronische voorzieningen, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet SUWI;
- f.
de wijze waarop namens de colleges van burgemeester en wethouders taken op grond van artikel 7 van de Participatiewet worden uitgevoerd in het samenwerkingsverband in relatie tot de uitvoering van de andere taken op grond van artikel 7 van de Participatiewet, waarbij ten minste aandacht wordt besteed aan de verantwoording aan de afzonderlijke gemeenteraden;
- g.
de wijze waarop de werkgeversdienstverlening wordt ingericht;
in relatie tot de bestaande structuur op grond van de Wet SUWI, waaronder tenminste wordt verstaan de werkgeversdienstverlening in het werkgeversservicepunt;
- h.
de wijze waarop de financiële betrokkenheid van werkgevers wordt geregeld.
3.
Het samenwerkingsverband stelt een marktbewerkingsplan op, waarin een beschrijving wordt gegeven van de kenmerken van de personen die behoren tot de doelgroep van arbeidsbeperkten als bedoeld in artikel 38b van de Wet financiering sociale verzekeringen, in de regio, de mogelijkheden van die personen, waarin een analyse is opgenomen van de sectoren en bedrijven waar vacatures voor deze personen bestaan of kunnen worden gecreëerd en waarin de afspraken zijn opgenomen over de wijze van aanlevering en bemiddeling van die personen.
4.
Het samenwerkingsverband draagt iedere twee jaar, te beginnen in 2016, zorg voor een evaluatie van de samenwerking.
5.
Bij ministeriële regeling kunnen tijdelijk nadere regels worden gesteld over de samenwerking, bedoeld in artikel 10a van de Wet SUWI, waaronder in ieder geval over de wijze van samenwerking, gegevensuitwisseling en vergoeding van kosten.