Einde inhoudsopgave
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
Artikel 4.3.1 [Toezicht op naleving]
Geldend
Geldend van 01-07-2020 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
05-02-2020, Stb. 2020, 67 (uitgifte: 24-02-2020, kamerstukken: 35299)
- Inwerkingtreding
01-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-03-2020, Stb. 2020, 93 (uitgifte: 18-03-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Maatschappelijke ondersteuning / Maatschappelijke opvang
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Jeugdzorg
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
Met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze wet met betrekking tot Veilig Thuis gestelde regels zijn belast de door Onze Minister en Onze Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen ambtenaren.
2.
De met het toezicht belaste ambtenaren zijn, voor zover dat voor de vervulling van hun taak noodzakelijk is en in afwijking van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, bevoegd tot inzage van de dossiers. Voor zover de betrokken beroepsbeoefenaar uit hoofde van zijn beroep tot geheimhouding van het dossier verplicht is, geldt gelijke verplichting voor de betrokken ambtenaar.