Einde inhoudsopgave
Mededeling 2022/C 414/01 van de Commissie Kaderregeling betreffende staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie
3.2.3.1.1 Maximale steunintensiteiten
Geldend
Geldend vanaf 28-10-2022
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging en inwerkingtreding is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
28-10-2022, PbEU 2022, C 414 (uitgifte: 28-10-2022, regelingnummer: 2022/C 414/01)
- Inwerkingtreding
28-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-10-2022, PbEU 2022, C 414 (uitgifte: 28-10-2022, regelingnummer: 2022/C 414/01)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Marktintegratie
Staatssteun (V)
77
Om te verzekeren dat het steunniveau evenredig is aan het te verhelpen marktfalen, dat de verwezenlijking van de door de betrokken steunmaatregel op gang te brengen O&O&I-activiteiten belemmert, moet de steun worden vastgesteld aan de hand van een vooraf bepaalde reeks in aanmerking komende kosten en beperkt blijven tot een bepaald percentage van die in aanmerking komende kosten (steunintensiteit). De steunintensiteit moet voor elke steunbegunstigde worden vastgesteld, ook in het geval van een samenwerkingsproject.
78
Met het oog op voorspelbaarheid en een gelijk speelveld past de Commissie voor O&O&I-steun maximale steunintensiteiten toe, die worden vastgesteld aan de hand van drie criteria: (i) de nabijheid van de steun tot de markt, als maatstaf voor de van de steun verwachte negatieve effecten en de noodzaak van de steun, rekening houdend met de potentieel hogere inkomsten die van de gesteunde activiteiten kunnen worden verwacht; (ii) de omvang van de begunstigde onderneming, als maatstaf voor de grotere problemen die kleinere ondernemingen doorgaans ondervinden om een risicovol project gefinancierd te krijgen, en iii) de omvang van het marktfalen, zoals de verwachte externaliteiten in termen van kennisverspreiding. Daarom dienen steunintensiteiten over het algemeen lager te zijn voor activiteiten op het gebied van ontwikkeling en innovatie dan voor onderzoeksactiviteiten. Deze overwegingen zijn ook van toepassing op de intensiteit van steun voor test- en experimenteerinfrastructuur, waarmee per definitie hoofdzakelijk diensten aan ondernemingen worden aangeboden voor O&O-activiteiten die dichter bij de markt staan.
79
In bijlage I wordt voor elke onder dit steunkader vallende steunmaatregel een overzicht gegeven van de in aanmerking komende kosten. Wanneer een O&O-project verschillende opdrachten omvat, moet elk van de in aanmerking komende opdrachten onder één van de volgende categorieën vallen: fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek of experimenteel onderzoek (1). Bij de indeling van de verschillende activiteiten in de desbetreffende categorie (2) zal de Commissie steunen op haar eigen praktijk en op de specifieke voorbeelden en toelichtingen in het Frascati-handboek van de OESO (3).
80
De in aanmerking komende O&O&I-kosten moeten worden gestaafd met de meest recente beschikbare bewijsstukken, die duidelijk en specifiek moeten zijn. Bijkomende algemene kosten en andere operationele kosten, waaronder die voor materiaal, leveranties en dergelijke producten, die rechtstreeks uit het project voortvloeien, kunnen alternatief worden berekend op basis van een vereenvoudigde kostenbenadering in de vorm van een forfaitair percentage van maximaal 20 %, toegepast op de totale in aanmerking komend directe O&O-kosten van het project als bepaald in bijlage I, punten a) tot en met d), en punt g), voor gezondheidsrelevante/-gerelateerde O&O-projecten. In dit geval worden de voor de berekening van de indirecte kosten gebruikte O&O-kosten van het project vastgesteld op basis van de normale boekhoudpraktijken en omvatten zij alleen de in bijlage I, punten a) tot en met d), en punt g), vermelde in aanmerking komende projectkosten voor gezondheidsrelevante/-gerelateerde O&O-projecten. Voor projecten met medefinanciering in het kader van het programma Horizon Europa kunnen de lidstaten de vereenvoudigde kostenmethode van Horizon Europa gebruiken om de indirecte kosten van O&O-projecten te berekenen.
81
In bijlage II wordt een overzicht gegeven van de maximale steunintensiteiten die in de regel gelden voor alle in aanmerking komende O&O&I-maatregelen (4).Tenzij in de kaderregeling anders is bepaald, zullen alle steunintensiteiten die op grond van de algemene groepsvrijstellingsverordening van toepassing zijn, als leidraad dienen voor de beoordeling door de Commissie van de categorieën aan te melden maatregelen.
82
In het geval van staatssteun voor een project waarbij onderzoeksorganisaties en ondernemingen samenwerken, mogen het gecumuleerde steunbedrag van rechtstreekse overheidssteun en bijdragen van onderzoeksorganisaties voor datzelfde project, voor zover deze steun inhouden, niet hoger uitkomen dan de voor elke begunstigde onderneming geldende steunintensiteiten.
Voetnoten
Bij deze indeling hoeft niet noodzakelijk een chronologische aanpak in opeenvolgende fasen van fundamenteel onderzoek tot activiteiten dichter bij de markt te worden gevolgd. Bijgevolg zal niets eraan in de weg staan dat de Commissie een in een latere projectfase uitgevoerde opdracht als industrieel onderzoek aanmerkt, terwijl zij een activiteit uit een eerdere fase als experimentele ontwikkeling dan wel helemaal niet als onderzoek aanmerkt.
Praktisch gezien, en tenzij wordt aangetoond dat in individuele gevallen een andere schaal moet worden gehanteerd, kunnen de verschillende O&O-categorieën ook worden geacht overeen te komen met de Technology Readiness Levels (TLR's) 1 (fundamenteel onderzoek), 2–4 (industrieel onderzoek) en 5–8 (experimentele ontwikkeling); zie mededeling van de Commissie ‘Een Europese strategie voor sleuteltechnologieën — een brug naar groei en banen’, COM(2012) 341 final van 26 juni 2012.
OESO, Frascati Manual 2015: Guidelines for Collecting and Reporting Data on Research and Experimental Development, zoals gewijzigd of vervangen.
Onverminderd specifieke bepalingen die gelden voor O&O-steun in de landbouw- en visserijsector, zoals vastgesteld in een groepsvrijstellingsverordening.