Einde inhoudsopgave
Regeling zeevarenden
Artikel 7.3 Klachtbehandeling aan de wal
Geldend
Geldend vanaf 15-11-2019
- Bronpublicatie:
31-10-2019, Stcrt. 2019, 60689 (uitgifte: 14-11-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/226993)
- Inwerkingtreding
15-11-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-10-2019, Stcrt. 2019, 60689 (uitgifte: 14-11-2019, regelingnummer: IENW/BSK-2019/226993)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Een klacht als bedoeld in artikel 69b van de wet wordt ingediend bij de voor de klachtenbehandeling door de Inspecteur-Generaal van de Inspectie Leefomgeving en Transport aangewezen ambtenaren van die inspectie. De Inspecteur-Generaal draagt zorg voor een vertrouwelijke behandeling van de klacht.
2.
Indien een erkende rechtspersoon als bedoeld in artikel 5.9, een melding ontvangt van een klacht, zorgt deze erkende rechtspersoon ervoor dat de klacht wordt ingediend bij de in het eerste lid bedoelde ambtenaar.
3.
Schriftelijk ingediende klachten worden gericht aan de Inspectie Leefomgeving en Transport, te bereiken via: a. het postadres: Postbus 16191, IPC 525, 2500 BD Den Haag, Nederland of b. de website http://www.ILenT.nl.
4.
Een klacht is ontvankelijk indien:
- a.
deze een vermoedelijke schending van het Maritiem Arbeidsverdrag, het Verdrag betreffende werk in de visserijsector of een vermeend onrechtmatig bevel van de kapitein betreft;
- b.
het voorval waarop de klacht betrekking heeft minder dan zes maanden geleden heeft plaatsgevonden;
- c.
de klacht in het Engels of het Nederlands is gesteld; en
- d.
de klacht voldoende gedetailleerde informatie bevat om onderzoek naar de klacht te kunnen doen.
5.
Aan de klager wordt zo spoedig mogelijk na het indienen van de klacht medegedeeld of de klacht ontvankelijk is.
6.
Indien de klacht ontvankelijk is:
- a.
wordt nagegaan of het een individuele klacht of een algemene klacht betreft en wordt nagegaan waarop de klacht betrekking heeft;
- b.
wordt de klager gevraagd of hij zijn klacht wil handhaven indien zijn anonimiteit, gelet op de aard van de klacht, niet gewaarborgd kan worden;
- c.
wordt nagegaan of de in artikel 69a van de wet bedoelde klachtenprocedure is doorlopen en, als dat niet het geval is, wordt de klacht niet verder behandeld, tenzij blijkt dat klager die klachtenprocedure niet heeft gebruikt uit angst voor de gevolgen daarvan of wegens een andere goede reden als bedoeld in leidraad B5.2.2, lid 4;
- d.
wordt nagegaan waarom het doorlopen van de in artikel 69a van de wet bedoelde klachtenprocedure niet heeft geleid tot een oplossing van de klacht;
- e.
worden, indien de aard van de klacht en noodzakelijke waarborgen voor de klager dit toelaten, de kapitein, de scheepsbeheerder en eventueel andere bij de klacht betrokken personen in de gelegenheid gesteld hun standpunt kenbaar te maken;
- f.
wordt nagegaan of de klacht aan boord eenvoudig kan worden opgelost;
- g.
wordt een klacht zo nodig onderzocht door het uitoefenen van toezicht als bedoeld in hoofdstuk 5 van de wet of in het kader van een inspectie als bedoeld in artikel 5.3, waarbij niet wordt gemeld dat de inspectie het gevolg is van een klacht;
- h.
worden de conclusie en eventuele maatregelen op basis van het onderzoek naar de klacht medegedeeld aan de klager of aan een door de klager opgegeven contactpersoon of belangenorganisatie, op een wijze die de gewenste anonimiteit van de klager in acht neemt.