Einde inhoudsopgave
Wet politiegegevens
Artikel 17a (doorgiften aan derde landen)
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2019
- Bronpublicatie:
03-04-2019, Stb. 2019, 141 (uitgifte: 12-04-2019, kamerstukken: 33844)
- Inwerkingtreding
01-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-04-2019, Stb. 2019, 164 (uitgifte: 26-04-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Politierecht / Algemeen
Informatierecht / ICT-recht
Openbare orde en veiligheid / Algemeen
1.
Politiegegevens kunnen met inachtneming van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden doorgegeven aan een verwerkingsverantwoordelijke in een derde land of aan een internationale organisatie, voor zover dit noodzakelijk is voor de doeleinden, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, en indien de Commissie van de Europese Unie heeft besloten dat het derde land of de internationale organisatie een toereikend beschermingsniveau voor de voorgenomen gegevensverwerking verzekert.
2.
Bij ontstentenis van een besluit van de Commissie, bedoeld in het eerste lid, kunnen politiegegevens worden verstrekt of doorgegeven indien:
- a.
in een juridisch bindend instrument passende waarborgen voor de bescherming van persoonsgegevens zijn geboden; of
- b.
de verwerkingsverantwoordelijke na beoordeling van alle omstandigheden heeft geconcludeerd dat het derde land of de internationale organisatie passende waarborgen biedt voor de bescherming van persoonsgegevens. De verantwoordelijke informeert de Autoriteit persoonsgegevens over de categorieën van doorgifte op grond van dit onderdeel.
3.
Bij ontstentenis van een besluit van de Commissie, bedoeld in het eerste lid, of van passende waarborgen, bedoeld in het tweede lid, is een doorgifte of een categorie van doorgiften van politiegegevens aan een derde land of internationale organisatie slechts toegelaten indien de doorgifte noodzakelijk is:
- a.
om een vitaal belang van de betrokkene of van een andere persoon te beschermen;
- b.
is om de gerechtvaardigde belangen van de betrokkene te beschermen, wanneer het recht van de lidstaat van waaruit de doorgifte van politiegegevens plaatsvindt aldus bepaalt;
- c.
is om een onmiddellijk en ernstig gevaar voor de openbare veiligheid van een lidstaat of derde land te voorkomen;
- d.
in afzonderlijke gevallen met het oog op de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 1, onderdeel a;
- e.
in afzonderlijke gevallen met het oog op het instellen, uitoefenen of verdedigen van rechtsvorderingen in verband met de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 1, onderdeel a,
en de grondrechten en fundamentele vrijheden van de betrokkene niet prevaleren boven het algemeen belang van de doorgifte, bedoeld in de onderdelen d en e.
4.
In het geval de doorgifte, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid en onverminderd een internationale overeenkomst tussen lidstaten en derde landen, politiegegevens betreft die van een andere lidstaat afkomstig zijn, is onverminderd deze leden toestemming van de bevoegde autoriteit uit die lidstaat vereist voor doorgifte, tenzij de doorgifte noodzakelijk is met het oog op het voorkomen van een onmiddellijk en ernstig gevaar voor de openbare veiligheid van een lidstaat of een derde land of voor de fundamentele belangen van een lidstaat, en voorafgaande toestemming niet tijdig kan worden verkregen. De voor het geven van voorafgaande toestemming verantwoordelijke autoriteit wordt onverwijld in kennis gesteld.
5.
In afwijking van het eerste, tweede en derde lid, en onverminderd een van kracht zijnde bilaterale of multilaterale internationale overeenkomst tussen lidstaten en derde landen op het gebied van justitiële samenwerking in strafzaken en politiële samenwerking kunnen in afzonderlijke en specifieke gevallen politiegegevens worden doorgegeven aan een ontvanger in een derde land, zonder tussenkomst van een bevoegde autoriteit in dat land, indien de doorgifte strikt noodzakelijk is voor de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, en indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- a.
de doorgifte is strikt noodzakelijk voor de uitvoering van een in het Unierecht of het lidstatelijke recht omschreven taak van de bevoegde autoriteit die de doorgifte doet, ter verwezenlijking van de doeleinden van artikel 1, eerste lid, van de richtlijn;
- b.
de bevoegde autoriteit die de doorgifte doet, bepaalt dat er geen grondrechten en fundamentele vrijheden van de betrokkene zijn die zwaarder wegen dan het openbaar belang dat de doorgifte in dat specifieke geval noodzakelijk maakt;
- c.
de bevoegde autoriteit die de doorgifte doet, is van mening dat de doorgifte aan een autoriteit die in het derde land bevoegd is voor de in artikel 1, eerste lid, van de richtlijn, bedoelde doeleinden, ondoeltreffend of ongeschikt is, met name omdat de doorgifte niet tijdig kan worden bewerkstelligd;
- d.
de autoriteit die in het derde land bevoegd is voor de in artikel 1, eerste lid, van de richtlijn, bedoelde doeleinden wordt zonder onnodige vertraging op de hoogte gebracht, tenzij dit ondoeltreffend of ongeschikt is;
- e.
de bevoegde autoriteit die de doorgifte doet, licht de ontvanger in over het nader bepaalde doel of de nader bepaalde doeleinden waarvoor de persoonsgegevens bij uitsluiting door laatstgenoemde mogen worden verwerkt, op voorwaarde dat een dergelijke verwerking noodzakelijk is.
6.
Politiegegevens kunnen door een derde land of internationale organisatie verder worden doorgegeven aan een ander derde land of een andere internationale organisatie, indien de bevoegde autoriteit toestemming verleent voor die verdere doorgifte, na alle relevante factoren naar behoren in aanmerking te hebben genomen, waaronder de ernst van het strafbare feit, het doel waarvoor de gegevens oorspronkelijk waren doorgegeven en het niveau van gegevensbescherming in het derde land of de internationale organisatie waaraan de persoonsgegevens verder worden doorgegeven.
7.
Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de doorgifte van politiegegevens, bedoeld in het eerste, tweede, derde en zesde lid, alsmede over de verdere verwerking en de daarbij te stellen voorwaarden aan het gebruik daarvan door ontvangstgerechtigde autoriteiten of internationale organen, en over de ontvangst van politiegegevens vanuit derde landen.