Einde inhoudsopgave
Wet politiegegevens
Artikel 23 (rechtstreekse verstrekking)
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2019
- Bronpublicatie:
03-04-2019, Stb. 2019, 141 (uitgifte: 12-04-2019, kamerstukken: 33844)
- Inwerkingtreding
01-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-04-2019, Stb. 2019, 164 (uitgifte: 26-04-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Politierecht / Algemeen
Informatierecht / ICT-recht
Openbare orde en veiligheid / Algemeen
1.
Verstrekking van politiegegevens aan de leden van het openbaar ministerie als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel a, kan rechtstreeks plaatsvinden voor zover noodzakelijk met het oog op:
- a.
strafvorderlijke beslissingen omtrent opsporing en vervolging en de hulp aan slachtoffers van strafbare feiten;
- b.
bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen beslissingen.
2.
Verstrekking van politiegegevens als bedoeld in artikel 18 vindt alleen rechtstreeks plaats aan bij algemene maatregel van bestuur aangewezen personen of instanties met een publiekrechtelijke taak door middel van geautomatiseerde vergelijking van persoonsgegevens met bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorieën van politiegegevens.
3.
Aan de korpschef, bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012 en aan de Minister van Defensie kan verstrekking van politiegegevens als bedoeld in artikel 18 rechtstreeks plaatsvinden voor zover noodzakelijk met het oog op het uitvoeren van hun bij algemene maatregel van bestuur aangewezen wettelijke taken.
4.
De verwerkingsverantwoordelijke treft passende technische en organisatorische maatregelen teneinde te waarborgen dat rechtstreekse verstrekking uitsluitend plaatsvindt voor zover noodzakelijk op grond van het bepaalde bij of krachtens het eerste, tweede en derde lid. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen hierover nadere regels worden gesteld.