Hof 's-Gravenhage, 11-02-2008, nr. 22-003306-07
ECLI:NL:GHSGR:2008:BC4829, Cassatie: (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
11-02-2008
- Zaaknummer
22-003306-07
- LJN
BC4829
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSGR:2008:BC4829, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 11‑02‑2008; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2008:BD0415, (Gedeeltelijke) vernietiging met terugwijzen
Conclusie in cassatie: ECLI:NL:PHR:2008:BD0415
Uitspraak 11‑02‑2008
Inhoudsindicatie
Terugwijzing naar de rechtbank: de verdachte was op rechtens juiste wijze doch niet in persoon opgeroepen, maar er bestaat gerede twijfel of de raadsman ook voor die zitting was opgeroepen. De enkele voorgedrukte tekst "afschrift aan raadsman" onderaan de oproeping van de verdachte acht het hof, gelet op de mededeling van de raadsman van het tegendeel, niet voldoende om zulks aan te nemen.
Partij(en)
Gerechtshof te 's-Gravenhage
Rolnummer: 22-003306-07
Parketnummer(s): 10-800851-06 10-801449-05
Aantekening mondeling arrest
TEGENSPRAAK
Uitspraak van de enkelvoudige strafkamer van
11 februari 2008 in de zaak tegen de verdachte:
Naam : [achternaam verdachte]
Voornaam : [voornaam verdachte],
Geboren : op [geboortedag] 1968 te [geboorteplaats]
Wonende : [adres].
Geldigheid oproeping voor de zitting van 17 april 2007
Ter terechtzitting in hoger beroep van 11 februari 2008 is gebleken dat de verdachte noch zijn raadsman op de terechtzitting van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 17 april 2007 is verschenen.
Door de raadsman is aangevoerd dat hij noch de verdachte voor die zitting een oproeping heeft ontvangen. Om die reden dient, volgens de raadsman, de oproeping voor die zitting nietig te worden verklaard en de zaak naar de politierechter te worden teruggewezen.
Het hof overweegt hiertoe als volgt.
Naar het oordeel van het hof is de oproeping aan de verdachte voor voornoemde zitting op de bij de wet voorgeschreven wijze aan de verdachte betekend (artikel 588 lid 3 Wetboek van Strafvordering).
Er bestaat echter gerede twijfel of aan de raadsman, overeenkomstig het bevel van de politierechter ter terechtzitting van 10 januari 2007, een afschrift van de oproeping is verstuurd. De enkele voorgedrukte tekst "afschrift aan raadsman" onderaan de oproeping van de verdachte acht het hof, gelet op de mededeling van de raadsman van het tegendeel, niet voldoende om zulks aan te nemen.
Nu de verdachte noch zijn raadsman op voornoemde zitting is verschenen en ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat de verdachte niet instemt met afdoening van de zaak in hoger beroep, dient de zaak, naar analogie met het bepaalde in artikel 423 lid 2 Wetboek van Strafvordering, naar de politierechter te worden teruggewezen.
Dit brengt mee dat het vonnis waarvan beroep moet worden vernietigd.
BESLISSING
Vernietigt het vonnis waarvan beroep.
Wijst de zaak terug naar de politierechter in de rechtbank Rotterdam.
Dit arrest is gewezen door mr. C.M. le Clercq-Meijer,
in bijzijn van griffier mr. J.P. Lahr.