RvdW 2023/605
Liquidatie in het criminele milieu in 2015 in Utrecht. Medeplegen voorbereiding moord (meermalen gepleegd), art. 289 Sr. 1. Bewijsklacht. Kan daderschap verdachte uit bewijsvoering worden afgeleid? 2. Bewijsklacht medeplegen. 3. Redelijke termijn in hoger beroep. Kon hof volstaan met constatering dat redelijke termijn is overschreden? HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met RvdW 2023/602, RvdW 2023/603, RvdW 2023/604 en RvdW 2023/605.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 mei 2023
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.L.J. van Strien, T. Kooijmans
- Zaaknummer
21/05377
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:747, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑05‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:350, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑03‑2023
Essentie
Liquidatie in het criminele milieu in 2015 in Utrecht. Medeplegen voorbereiding moord (meermalen gepleegd), art. 289 Sr. 1. Bewijsklacht. Kan daderschap verdachte uit bewijsvoering worden afgeleid? 2. Bewijsklacht medeplegen. 3. Redelijke termijn in hoger beroep. Kon hof volstaan met constatering dat redelijke termijn is overschreden? HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met RvdW 2023/602, RvdW 2023/603, RvdW 2023/604 en RvdW 2023/605.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 21/05377
Datum 23 mei 2023
ARREST
op het beroep ...