HR, 29-08-2017, nr. S 17/02279 H
ECLI:NL:HR:2017:2230
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29-08-2017
- Zaaknummer
S 17/02279 H
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2017:2230, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑08‑2017; (Herziening)
Aanvraag tot herziening van: ECLI:NL:GHSGR:2007:BB6495
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2017-0348
Uitspraak 29‑08‑2017
Inhoudsindicatie
Herziening. Moord op schoonmoeder en poging tot moord (meermalen gepleegd) op echtgenote en neef. Herhaalde aanvraag. Aangevoerd wordt dat dood van slachtoffer, anders dan bewezen is verklaard, niet is ingetreden a.g.v. een door aanvrager in haar buik geschoten kogel maar door metalen gefragmenteerde splinters die in de buikwand van slachtoffer terecht zijn gekomen. In ECLI:NL:HR:2011:BU7733 heeft HR eerdere herzieningsaanvraag afgewezen. Aangezien onderhavige aanvraag steunt op dezelfde grond die in die beslissing ongenoegzaam is geoordeeld, kan aanvrager, evenals in ECLI:NL:HR:2016:1344 reeds is geoordeeld, niet in zijn aanvraag worden ontvangen.
Partij(en)
29 augustus 2017
Strafkamer
nr. S 17/02279 H
ES
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 25 oktober 2007, nummer 22/004345-06, ingediend door H.M. Dunsbergen, advocaat te Breda, namens:
[aanvrager] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961.
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
Het Hof heeft - met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank Middelburg van 15 juni 2006 - de aanvrager ter zake van 1. "Moord", 2. en 3. "Poging tot moord, meermalen gepleegd", 4. "Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd" en 5. "Belaging" veroordeeld tot een gevangenisstraf van zestien jaren, met onttrekking aan het verkeer en teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen zoals in het arrest vermeld. Voorts heeft het Hof de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen zoals in het arrest vermeld en schadevergoedingsmaatregelen opgelegd.
2. De aanvraag tot herziening
De aanvraag tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Hoge Raad heeft voorts kennisgenomen van alle nadien, tot aan de datum van dit arrest binnengekomen correspondentie met betrekking tot deze aanvraag.
3. Beoordeling van de aanvraag
Bij arrest van de Hoge Raad van 13 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BU7733 is een eerdere aanvraag tot herziening van het arrest van het Hof afgewezen. Nu de onderhavige aanvraag steunt op dezelfde grond welke in die beslissing ongenoegzaam is geoordeeld, kan, evenals in het arrest van de Hoge Raad van 28 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1344 reeds is geoordeeld, de aanvrager niet in zijn aanvraag worden ontvangen.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de aanvraag tot herziening niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en E.S.G.N.A.I. van de Griend, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 augustus 2017.