HR, 28-06-2016, nr. S 16/01332 H
ECLI:NL:HR:2016:1344
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28-06-2016
- Zaaknummer
S 16/01332 H
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2016:1344, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑06‑2016; (Herziening)
Aanvraag tot herziening van: ECLI:NL:GHSGR:2007:BB6495, Afwijzing
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2016-0294
Uitspraak 28‑06‑2016
Inhoudsindicatie
Herhaalde aanvraag tot herziening veroordeling wegens o.a. moord op schoonmoeder en poging tot moord, meermalen gepleegd o.a. op echtgenote(ECLI:NL:GHSGR:2007:BB6495). De aanvraag steunt op dezelfde grond die ongenoegzaam is geoordeeld in een eerdere aanvraag tot herziening (HR 13 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BU7733). Dit is niet anders doordat eerst nu het reeds aan de eerdere aanvraag ten grondslag gelegde NFI-rapport in het geding wordt gebracht en wordt aangevoerd dat de metaalsplinters ook afkomstig kunnen zijn van een door de kogel geraakt metalen voorwerp. De eerdere aanvraag berustte op de grond dat de dood van het slachtoffer - anders dan is bewezenverklaard - niet is ingetreden als gevolg van een door de aanvrager in haar buik geschoten kogel maar door metaalsplinters afkomstig van die kogel. HR acht geen grond aanwezig tot inwilliging van het gedane verzoek tot het instellen van een nader onderzoek, en wijst de aanvraag af.
Partij(en)
28 juni 2016
Strafkamer
nr. S 16/01332 H
AGE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op een aanvraag tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 25 oktober 2007, nummer 22/004345-06, ingediend door H.M. Dunsbergen, advocaat te Breda, namens:
[aanvrager] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961.
1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
Het Hof heeft - met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank Middelburg van 15 juni 2006 - de aanvrager ter zake van 1. "Moord", 2. en 3. "Poging tot moord, meermalen gepleegd", 4. "Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd" en 5. "Belaging" veroordeeld tot een gevangenisstraf van zestien jaren, met onttrekking aan het verkeer en teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen zoals in het arrest vermeld. Voorts heeft het Hof de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen zoals in het arrest vermeld en schadevergoedingsmaatregelen opgelegd.
2. De aanvraag tot herziening
De aanvraag tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
3. Beoordeling van de aanvraag
Bij arrest van de Hoge Raad van 13 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BU7733 is een eerdere aanvraag tot herziening van het arrest van het Hof afgewezen. De aanvraag steunt op dezelfde grond welke in die beslissing ongenoegzaam is geoordeeld, te weten dat uit een zich niet bij de stukken in de strafzaak bevindend NFI-rapport (zaaknummer 2005.09.16.076, sectie nummer 2005-437/K064, betreffende de oorzaak van het overlijden van het slachtoffer) kan worden opgemaakt dat de dood van het slachtoffer - anders dan is bewezenverklaard - niet is ingetreden als gevolg van een door de aanvrager in haar buik geschoten kogel maar door metaalsplinters afkomstig van die kogel. De aanvrager kan dan ook niet in zijn aanvraag worden ontvangen.
Dit is niet anders doordat hij eerst thans het reeds aan zijn eerdere aanvraag ten grondslag gelegde NFI-rapport in het geding heeft gebracht en heeft aangevoerd dat de metaalsplinters ook afkomstig kunnen zijn van een door de kogel geraakt metalen voorwerp.
Gelet hierop acht de Hoge Raad geen grond aanwezig tot inwilliging van het gedane verzoek tot het instellen van een nader onderzoek naar de juistheid van de bewezenverklaarde gedraging van de verdachte.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
wijst af het gedane verzoek;
verklaart de aanvraag tot herziening niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 juni 2016.