Einde inhoudsopgave
Landelijk Kader Forensische Diagnostiek Jeugd
2.4 Inzet varianten zowel binnen strafrechtelijk als civielrechtelijk kader
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2014
- Bronpublicatie:
01-09-2014, Internet 2014, www.nifpnet.nl (uitgifte: 01-09-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-09-2014, Internet 2014, www.nifpnet.nl (uitgifte: 01-09-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Jeugdbeleid (V)
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
Bijzonder strafrecht / Jeugdstrafrecht
De voornoemde onderzoeksvarianten kunnen ingezet worden in de vorm van een:
- —
regulier forensisch diagnostisch onderzoek;
- —
een secundair dubbel onderzoek: in aansluiting op het onderzoek van de eerste deskundige, door een deskundige die een andere discipline/specialisme vertegenwoordigt. Te denken valt aan een psychiatrisch onderzoek volgend op een psychologisch onderzoek;
- —
second-opinion: een verzoek om de test- en onderzoeksgegevens vanuit het eerste onderzoek waarbij de cliënt is gezien door de deskundige, te overleggen aan een tweede deskundige die dezelfde discipline vertegenwoordigt als de eerste deskundige, en die (opnieuw) de bestaande gegevens interpreteert en daarover rapporteert;
- —
een contra-expertise: een verzoek om de vraagstelling opnieuw voor te leggen aan een extern deskundige die dezelfde discipline vertegenwoordigt als de eerste deskundige, en die dezelfde vraagstelling opnieuw onderzoekt.