NJB 2017/1523

Een werkgever zegt een arbeidsovereenkomst in strijd met art. 7:671 BW op. Hoge Raad: 1. Billijke vergoeding. Gevolgencriterium. Gederfd loon. Ernstig verwijt werkgever. Punitief karakter. Het stelsel van de wet verzet zich er niet tegen dat met de gevolgen van het ontslag rekening wordt gehouden bij het bepalen van de omvang van de billijke vergoeding. Bij het vaststellen van de billijke vergoeding van art. 7:681 lid 1, aanhef en onder a, BW kan mede worden gelet op hetgeen de werknemer aan loon zou hebben genoten als de opzegging zou zijn vernietigd. Uiteindelijk gaat het erom dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. De billijke vergoeding behoort echter geen specifiek punitief karakter hebben. 2. Goed werkgeverschap. Kosten van rechtsbijstand. De werkneemster heeft voorafgaand aan de procedure driemaal rechtsbijstand ingeschakeld. Een aanspraak op vergoeding van de kosten daarvan zou kunnen worden ontleend aan de plicht tot goed werkgeverschap in samenhang met art. 6:96 BW