RN 2023/54
Bestuurdersaansprakelijkheid. Matiging aansprakelijkheid tot 10% van het boedeltekort onjuist of onbegrijpelijk?
HR 21-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:635
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 april 2023
- Magistraten
Mrs. A.E.B. ter Heide, F.R. Salomons, G.C. Makkink
- Zaaknummer
22/00221
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS707595:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:635, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1136, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑03‑2022
- Wetingang
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid. Matiging.
Matiging aansprakelijkheid tot 10% van het boedeltekort onjuist of onbegrijpelijk?
Samenvatting
A en B waren bestuurder van een aantal in een groep verbonden vennootschappen (hierna: de ‘Groep’). De Groep was actief op het gebied van de verkoop, service en reparatie van grondverzetmachines en hijskranen. In augustus en oktober 2004 zijn diverse vennootschappen behorende tot de Groep in staat van faillissement verklaard. In eerste aanleg worden A en B door de rechtbank hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het boedeltekort van de diverse vennootschap. Aangezien het bestuur in bepaalde jaren voorafgaande aan de faillissementen niet heeft voldaan aan tijdige ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.