Einde inhoudsopgave
Besluit herinvesteringsreserve (HIR) (verzamelbesluit) 2022
2.10 Opwaardering na afwaardering naar lagere bedrijfswaarde
Geldend
Geldend vanaf 19-07-2022
- Bronpublicatie:
13-07-2022, Stcrt. 2022, 19071 (uitgifte: 18-07-2022, regelingnummer: 2022-4487)
- Inwerkingtreding
19-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-07-2022, Stcrt. 2022, 19071 (uitgifte: 18-07-2022, regelingnummer: 2022-4487)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Resultaat uit overige werkzaamheden
Vennootschapsbelasting / Fiscale eenheid
Inkomstenbelasting / Winst
Een bedrijfsmiddel dat is afgewaardeerd naar lagere bedrijfswaarde dient naar goed koopmansgebruik, als de bedrijfswaarde in een later jaar stijgt, te worden opgewaardeerd (HR 18 maart 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC4933). De HIR wordt gevormd op het moment waarop de stille reserve (vervreemdingswinst) wordt gerealiseerd (HR 23 mei 2015, ECLI:NL:HR:2014:1092). Bij het bepalen van de vervreemdingswinst moet rekening worden gehouden met de uitgangspunten van goed koopmansgebruik. Dit betekent dat bij een stijging van de bedrijfswaarde een opwaardering in aanmerking wordt genomen alvorens de vervreemdingswinst kan worden bepaald. De boekwinst omvat dan ook de stijging van de bedrijfswaarde die volgens goed koopmansgebruik tot de winst zou worden gerekend als vervreemding niet zou hebben plaatsgevonden.