Einde inhoudsopgave
Algemene nabestaandenwet
Artikel 68 [Overgangsrecht]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Redactionele toelichting
Deze wijziging is reeds aangebracht bij de wijziging van 19-06-2014, Stb. 238 jo 19-06-2013, Stb. 236.
- Bronpublicatie:
25-11-2015, Stb. 2015, 464 (uitgifte: 10-12-2015, kamerstukken: 34273)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2015, Stb. 2015, 465 (uitgifte: 10-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid nabestaanden / Nabestaandenuitkering
1.
Hoofdstuk 3, afdeling I, paragraaf 9, is niet van toepassing op de persoon die:
- a)
op 31 december 1999 op grond van artikel 14 dan wel 26, recht heeft op een nabestaandenuitkering dan wel wezenuitkering en op die dag niet in Nederland woont, en
- b)
op 19 december 2005 dit recht op nabestaandenuitkering dan wel wezenuitkering uitsluitend nog heeft op grond van artikel 2 van de wet van 9 december 2004, houdende goedkeuring van het voornemen tot opzegging van het op 28 juni 1962 te Genève totstandgekomen Verdrag betreffende de gelijkheid van behandeling van eigen onderdanen en vreemdelingen met betrekking tot de sociale zekerheid (Verdrag Nr. 118 aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie in haar zesenveertigste zitting; Trb. 1962, 122 en Trb. 1964, 23) (Stb. 2004, 715).
2.
Het eerste lid blijft van toepassing zolang deze persoon blijft wonen in hetzelfde land als het land waar hij op 19 december 2005 woonde en blijft voldoen aan de overige voorwaarden voor het recht op nabestaandenuitkering dan wel wezenuitkering.