NJ 2018/185
Begunstiging. Art. 189 lid 1 Sr. Verdachte die een door misdrijf om het leven gebracht slachtoffer heeft versleept en in een tapijt heeft gewikkeld, heeft sporen van dat misdrijf weggemaakt.
HR 27-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:438
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 maart 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, V. van den Brink, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/04686
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154376:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:438, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑03‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:236, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑02‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑08‑2017
- Wetingang
Art. 189 lid 1 aanhef en onder 2° Sr
Essentie
Begunstiging. Art. 189 lid 1 Sr. Verdachte die een door misdrijf om het leven gebracht slachtoffer heeft versleept en in een tapijt heeft gewikkeld, heeft sporen van dat misdrijf weggemaakt.
De strafbaarstelling van art. 189 lid 1 aanhef en onder 2 Sr strekt ertoe te voorkomen dat politie en justitie worden tegengewerkt bij het opsporen van een misdrijf. Van zo een tegenwerken is in casu sprake. Voor zover het middel in cassatie op de opvatting berust dat moet worden vastgesteld welke sporen zijn weggemaakt en op welke wijze het onderzoek daardoor werd bemoeilijkt, stelt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.