RFR 2015/80
Nederlanderschap. Kan de verliestermijn van art. 15 lid 4 RWN ook door een ander document worden gestuit dan genoemd in art. 61 lid 1 BVVN?
HR 27-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:761
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 maart 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/01858
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS921047:1
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
Personen- en familierecht / Personenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:761, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑03‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:341, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑01‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑04‑2014
- Wetingang
Art. 7 lid 1 aanhef en onder e EVN; art. 15 lid 4, 17 RWN; art. 61 lid 1 BVVN
Essentie
Nederlanderschap. Dubbele nationaliteit. Kan de verliestermijn van art. 15 lid 4 RWN ook door een ander document worden gestuit dan genoemd in art. 61 lid 1 BVVN?
Samenvatting
Betrokkene is in 1980 in Ghana geboren. Bij haar geboorte verkreeg zij als dochter van een ongehuwde Ghanese moeder de Ghanese nationaliteit. De moeder van betrokkene is op 13 juni 1983 gehuwd met een Nederlandse man en heeft op 21 juni 1983 krachtens art. 8 van de destijds geldende Wet op het Nederlanderschap en het ingezetenschap door dat huwelijk de Nederlandse nationaliteit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.