Einde inhoudsopgave
Subsidieregeling Verduurzaming voor Verenigingen van Eigenaars
Artikel 14 Aanvraag: oplaadpuntenadvies en basislaadinfrastructuur
Geldend
Geldend van 01-01-2024 tot 01-01-2028
- Bronpublicatie:
13-11-2023, Stcrt. 2023, 31141 (uitgifte: 17-11-2023, regelingnummer: 2023-0000667920)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-11-2023, Stcrt. 2023, 31141 (uitgifte: 17-11-2023, regelingnummer: 2023-0000667920)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Energiebesparing
Volkshuisvesting en wonen / Eigenwoningbezit
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
1.
Een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 12 kan worden ingediend tot en met 31 december 2027.
2.
Een vereniging kan ten behoeve van een gebouw op grond van artikel 12, eerste lid, onderdeel b, een aanvraag doen voor een subsidie waarvoor op grond van artikel 17, vierde lid, subsidie wordt verstrekt voor het aandeel koopwoningen en het aandeel huurwoningen binnen de vereniging. De subsidie die wordt verstrekt ten behoeve van het aandeel huurwoningen binnen de vereniging, kan staatssteun bevatten en gerechtvaardigd worden door inachtneming van de voorwaarden van:
- 1°
- 2°
artikel 36a van de Algemene groepsvrijstellingsverordening.
3.
De aanvraag bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel a bevat:
- a.
het schriftelijke advies, bedoeld in artikel 13, tweede lid;
- b.
een factuur van de adviseur en een betalingsbewijs van de vereniging;
- c.
het inschrijfnummer bij de Kamer van Koophandel van de adviseur; en
- d.
indien niet alle leden van de vereniging eigenaar-bewoners zijn: een verklaring waaruit blijkt dat die leden niet meer subsidie ontvangen dan is toegestaan op basis van de de-minimisverordening.
4.
De aanvraag bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel a hoeft niet te bevatten de gegevens en bescheiden, genoemd in artikel 11, derde lid, onder c, d, en e van het Kaderbesluit.
5.
Een aanvraag bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel a wordt ingediend na afronding van het schriftelijk advies, bedoeld in artikel 13 tweede lid.
6.
De aanvraag, bedoeld in artikel 12, eerste lid, onderdeel b, bevat:
- a.
een opgave van het aantal parkeerplaatsen;
- b.
een offerte met een technische omschrijving die aantoont dat de basislaadinfrastructuur faciliteert dat bewoners van een appartement dat in eigendom is van een lid van de vereniging toegang kunnen krijgen tot een oplaadpunt en waaruit blijkt welke activiteiten als bedoeld in artikel 13, derde lid, onderdeel zijn van de installatie van de basislaadinfrastructuur;
- c.
een bewijsstuk dat aantoont dat de parkeerplaatsen in eigendom zijn van de leden van de vereniging;
- d.
een positief besluit van de algemene ledenvergadering van de vereniging over de aanleg van de basislaadinfrastructuur; en
- e.
indien niet alle leden van de vereniging eigenaar-bewoners zijn: een verklaring waaruit blijkt dat de leden die niet eigenaar-bewoner zijn, niet meer subsidie ontvangen dan is toegestaan op basis van de de-minimisverordening als het totale subsidiabele bedrag van die leden niet meer dan € 25.000 bedraagt.
7.
Een aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een door de Minister elektronisch beschikbaar gesteld formulier.