Richtlijn Sanctiemodel essentiële informatieplichten, laatstelijk gewijzigd op 17 mei 2022.
Rb. Noord-Nederland, 29-11-2022, nr. 9721003
ECLI:NL:RBNNE:2022:4523
- Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
- Datum
29-11-2022
- Zaaknummer
9721003
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBNNE:2022:4523, Uitspraak, Rechtbank Noord-Nederland, 29‑11‑2022; (Bodemzaak, Eerste aanleg - enkelvoudig, Prejudiciële beslissing, Proceskostenveroordeling)
Uitspraak 29‑11‑2022
Inhoudsindicatie
Ambtshalve toetsing informatieplichten bij de overeenkomst op afstand. Handelaar en consument. Uitleg bewoordingen op de bestelknop. Bestelling plaatsen is betalen.
Partij(en)
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Groningen
Zaaknummer: 9721003 CV EXPL 22-1207
Vonnis van 29 november 2022
in de zaak van
BOL.COM B.V.,
te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Bol.com,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V.,
tegen
[gedaagde] ,
te [woonplaats 1] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.
1. De procedure
1.1.
1.2.
Tegen [gedaagde] is verstek verleend.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De beoordeling
2.1.
De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde] een consument is en dat daarom bij de beoordeling ambtshalve aan het dwingende consumentenrecht moet worden getoetst.
2.2.
De vordering van Bol.com ziet op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument. De handelaar moet bij het sluiten van dat soort overeenkomsten voldoen aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten van artikelen 6:230m en 6:230v van het Burgerlijk Wetboek (BW).
2.3.
In deze procedure moet Bol.com gemotiveerd stellen en onderbouwen dat aan de essentiële informatieplichten is voldaan. De kantonrechter moet vervolgens ambtshalve onderzoeken of aan de plichten is voldaan, dus ook als er geen verweer is gevoerd. Als sprake is van een voldoende ernstige schending van zo’n informatieplicht moet de rechter een sanctie toepassen (zie het arrest van de Hoge Raad van 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677). De rechtbanken hebben naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad een sanctierichtlijn opgesteld.1.
facturen andere consument
2.4.
De kantonrechter stelt bij de beoordeling voorop dat Bol.com het door haar gevorderde bedrag onder meer heeft gebaseerd op een aantal facturen die op naam van een andere consument staan, te weten [consument] uit [woonplaats 2]. Bol.com heeft niet toegelicht waarom [gedaagde] voor deze facturen moet betalen. Reeds om die reden zal de kantonrechter de gevorderde betaling van deze facturen met een totaalbedrag van € 94,95 afwijzen. Bovendien heeft Bol.com (abusievelijk) een factuur van [consument 2] uit [woonplaats 3] overgelegd.
de bestelknop
2.5.
Volgens artikel 6:230v lid 3 BW moet de handelaar het elektronische bestelproces zo inrichten dat de consument een aanbod pas kan aanvaarden als hem op niet voor misverstand vatbare wijze duidelijk is gemaakt dat zijn bestelling een betalingsverplichting inhoudt. Een bestelknop of soortgelijke functie moet een ondubbelzinnige formulering bevatten die goed leesbaar is en waaruit blijkt dat het plaatsen van een bestelling een betalingsverplichting ten opzichte van de handelaar inhoudt. Een overeenkomst die in strijd met artikel 6:230v lid 3 BW tot stand komt, is vernietigbaar.
2.6.
Om te beoordelen of de handelaar aan deze verplichting heeft voldaan, moet alleen rekening worden gehouden met de woorden op de bestelknop waarmee de consument het bestelproces afrondt. Zie het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 7 april 2022 (ECLI:EU:C:2022:269). Er mag geen acht worden geslagen op de verdere omstandigheden van het bestelproces.
2.7.
Het Nederlandse artikel 6:230v lid 3 BW vindt zijn oorsprong in artikel 8 lid 2 Richtlijn 2011/83/EU (hierna: de Richtlijn). Volgens artikel 4 van de Richtlijn is het niet mogelijk om (nationaal) van het consumentenbeschermingsniveau van de Richtlijn af te wijken. De achterliggende gedachte hierbij is dat de consument in de gehele interne Europese markt een eenvormige rechtsbescherming geniet en dit zorgt bovendien voor rechtszekerheid voor zowel de consument als de handelaar.
2.8.
Artikel 8 lid 2 van de Richtlijn regelt voor zover van belang het volgende over de bewoordingen op de bestelknop: "(…) Indien het plaatsen van een bestelling inhoudt dat een knop of een soortgelijke functie moet worden aangeklikt, wordt de knop of soortgelijke functie op een goed leesbare wijze aangemerkt met alleen de woorden „bestelling met betalingsverplichting” of een overeenkomstige ondubbelzinnige formulering waaruit blijkt dat het plaatsen van de bestelling een verplichting inhoudt om de handelaar te betalen. Indien aan de bepalingen van deze alinea niet is voldaan is de consument niet door de overeenkomst of de bestelling gebonden. (…)".
2.9.
De kantonrechter leidt hieruit af dat de richtlijnwetgever niet heeft bedoeld dat de formulering 'bestelling' altijd moet worden gevolgd door de bewoordingen 'met betalingsverplichting'. De richtlijnwetgever geeft namelijk vervolgens aan dat een overeenkomstige ondubbelzinnige formulering waaruit de betalingsverplichting helder blijkt ook volstaat. Hieruit begrijpt de kantonrechter dat de bewoordingen op de bestelknop nationaal kunnen worden bestendigd en uitgewerkt, mits het een ondubbelzinnige formulering betreft. De in de Richtlijn gebruikte zinsnede 'bestelling met betalingsverplichting' ziet de kantonrechter dan ook als een voorbeeld van een dergelijke ondubbelzinnige formulering van de betalingsverplichting. Voor deze zienswijze vindt de kantonrechter aanknopingspunten in het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 7 april 2022 (CLI:EU:C:2022:269, Fuhrmann-2). In dit arrest heeft het Hof in essentie geoordeeld dat het aan de nationale rechter is om te beoordelen of de bewoordingen op de bestelknop of soortgelijke functie in de nationale taal, zowel in de omgangstaal als in de ogen van de normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument, noodzakelijkerwijs en consistent in verband worden gebracht met het ontstaan van een betalingsverplichting.
2.10.
Uit de toelichting en stukken blijkt dat in het onderhavige geval op de bestelknop de woorden “Bestelling plaatsen” staan. De kantonrechter overweegt dat het Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse Taal het volgende schrijft over de betekenis van "bestellen": "(…) opdracht geven iets voor rekening te bezorgen, m.n. bij een winkelier, koopman: wijn, boeken, sigaren bestellen". Uit deze omschrijving blijkt dat de term "bestellen" in de Nederlandse (omgangs)taal in verband wordt gebracht met het ontstaan van een betalingsverplichting. Maar ook in de ogen van een normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument wordt de term "bestelling plaatsen" naar het oordeel van de kantonrechter in verband gebracht met het ontstaan van een betalingsverplichting. Van een redelijk omzichtige en oplettende consument mag een zekere oplettendheid worden verwacht. De gemiddelde consument die een webshop bezoekt en op enig moment uitkomt bij de knop met de tekst "bestelling plaatsen" zal zich realiseren en zich bewust zijn van het feit dat met een druk op die knop een bestelling wordt geplaatst waarvoor betaald moet worden.
verzendkosten
2.11.
Op grond van artikel 6:230n lid 3 BW is een consument bijkomende kosten niet verschuldigd als de consument daarop voorafgaand of bij het sluiten van de overeenkomst niet op een voldoende duidelijke wijze is gewezen. De door Bol.com gevorderde verzendkosten zijn zulke kosten. Bol.com heeft niet aangetoond dat [gedaagde] op deze kosten is gewezen, omdat uit het door Bol.com overgelegde bestelproces volgt dat [gedaagde] geen bestelkosten verschuldigd is. Bol.com heeft weliswaar uiteengezet dat het een voorbeeldbestelproces betreft, maar zij heeft niet toegelicht waar het bestelproces afwijkt van het bestelproces dat [gedaagde] voor ogen heeft gehad. De kantonrechter toetst om die reden het overgelegde bestelproces aan de voornoemde informatieplichten. Dit betekent dat een bedrag van € 6,98 aan verzendkosten in de factuur van 2 april 2020 zal worden afgewezen.
2.12.
De kantonrechter stelt tot slot vast dat aan de overige (wettelijke) verplichtingen ter zake het dwingende consumentenrecht is voldaan, waaronder de informatieplichten.
conclusie essentiële informatieplichten
2.13.
Tegen deze achtergrond resteert een bedrag aan toewijsbare hoofdsom van (€ 206,09 minus € 101,93) € 104,16. De gevorderde reeds verschenen wettelijke rente van € 7,38 zal worden afgewezen, omdat dit is gebaseerd op een hoger bedrag dan de toewijsbare hoofdsom. De (verder) gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen over de toewijsbare hoofdsom vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van de volledige voldoening.
2.14.
De gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten komt niet voor toewijzing in aanmerking, omdat de veertiendagenbrief is geadresseerd aan iemand anders dan [gedaagde] . De kantonrechter kan - zonder dat voor die afwijking een toelichting is gegeven - er niet van uitgaan dat de betreffende brief [gedaagde] heeft bereikt en dat er adequate incassomaatregelen hebben plaatsgevonden.
2.15.
[gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van Bol.com worden begroot op een bedrag van:
- dagvaardingskosten: € 107,22
- griffierecht: € 128,00
- salaris gemachtigde: € 37,00
totaal: € 272,22
3. De beslissing
De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Bol.com een bedrag van € 104,16 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van de volledige voldoening;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Bol.com begroot op een bedrag van € 272,22;
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Bootsma en in het openbaar uitgesproken door mr. L.T. de Jonge op 29 november 2022.
48315
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 29‑11‑2022