V-N 2019/15.6
Bewijslast van informele kapitaalstorting rust op belastingplichtige
HR 15-03-2019, ECLI:NL:HR:2019:355, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 maart 2019
- Magistraten
Feteris, Koopman, Van Loon, Van Kalmthout, Faase
- Zaaknummer
17/02551
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS31914:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:355, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:120, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑01‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑07‑2017
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het hof had moeten onderzoeken of D Inc. uitsluitend op grond van hun vennootschappelijke betrekkingen aan A bv een voordeel doet toekomen, dat zij onder gelijke omstandigheden aan een van haar onafhankelijke vennootschap niet zou hebben verschaft.
Samenvatting
Belanghebbende, X bv, is een fiscale eenheid die onderdeel is van een Japans concern. X bv gaat over tot afwaardering van een vordering van de gevoegde dochtermaatschappij A bv op B, een niet-gelieerde Spaanse distributeur die financieel in zwaar weer verkeert. B wordt vervolgens opgekocht door D Ltd., een Amerikaanse zustervennootschap van X bv. D ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.