NJB 2017/853
Het hof overweegt ten aanzien van een onderhandse schuldbekentenis dat deze dwingende bewijskracht heeft en dat geen tegenbewijs is aangeboden. 1. Akte van schuldbekentenis. Bewijskracht. Nu de akte niet is voorzien van een goedschrift, heeft zij geen dwingende, maar vrije bewijskracht. 2. Tegenbewijs. Devolutieve werking. Geïntimeerde heeft in eerste aanleg een bewijsaanbod gedaan en dat in hoger beroep niet prijsgegeven
HR 31-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:566
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 maart 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/01858
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:566, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:48, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑02‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑02‑2016
- Wetingang
(art. 157 lid 2, art. 158 lid 1 Rv)
Essentie
Het hof overweegt ten aanzien van een onderhandse schuldbekentenis dat deze dwingende bewijskracht heeft en dat geen tegenbewijs is aangeboden. 1. Akte van schuldbekentenis. Bewijskracht. Nu de akte niet is voorzien van een goedschrift, heeft zij geen dwingende, maar vrije bewijskracht. 2. Tegenbewijs. Devolutieve werking. Geïntimeerde heeft in eerste aanleg een bewijsaanbod gedaan en dat in hoger beroep niet prijsgegeven
Partij(en)
A c.s., adv. mr. J. van Weerden, vs. B, adv. mr. P.S. Kamminga.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
A c.s. waren tot medio 2007 in verschillende functies betrokken bij hun familiebedrijf, dat zich vooral toelegde op de aanneming ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.