RFR 2017/28
Bescherming meerderjarige. Kan voorwaardelijk ontslag nog worden ingetrokken na einde geldigheidsduur machtiging? Heeft machtiging voortgezet verblijf ‘nawerking’ wanneer opvolgend een voorwaardelijke machtiging wordt gevraagd?
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 november 2016
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels , A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/04137
16/03895
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS925486:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2711, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑11‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:1164, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑08‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑07‑2016
- Wetingang
Art. 48 lid 1 aanhef en onderdeel b Wet BOPZ
Essentie
Bescherming meerderjarige. Wet BOPZ.
Kan voorwaardelijk ontslag nog worden ingetrokken na einde geldigheidsduur machtiging? Heeft machtiging voortgezet verblijf ‘nawerking’ wanneer opvolgend een voorwaardelijke machtiging wordt gevraagd?
Samenvatting
Bijna zes maanden vóór afloop van de machtiging tot voortgezet verblijf (mvv) heeft de geneesheer-directeur betrokkene voorwaardelijk ontslag uit het psychiatrisch ziekenhuis verleend. Tegen het einde van de looptijd van de mvv heeft de OvJ een voorwaardelijke machtiging verzocht.
Op de dag dat de mvv eindigde, weigerde betrokkene medicatie en daarmee voldeed hij niet meer aan de voorwaarden voor het voorwaardelijk ontslag. Drie weken later – dus ruim ná het einde ...