RF 2022/93
Zijn de algemene voorwaarden omtrent rentedervingsvergoeding bij openbreken rentevaste periode hypothecaire lening onvoldoende transparant en onredelijk bezwarend?
HR 07-10-2022, ECLI:NL:HR:2022:1388
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 oktober 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
20/04372
- Conclusie
plv. P-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS681420:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verbintenissenrecht / Europees verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1388, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑10‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:308, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑03‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑02‑2021
- Wetingang
Art. 5 Richtlijn 93/13/EEG; art. 25 Richtlijn hypothecair krediet; art. 7:127 BW; art. 81c, 81ca BGfo Wft
Essentie
Rentedervingsvergoeding. Oneerlijk beding.
Zijn de algemene voorwaarden omtrent rentedervingsvergoeding bij openbreken rentevaste periode hypothecaire lening onvoldoende transparant en onredelijk bezwarend?
Samenvatting
In 2010 hebben consumenten een aflossingsvrije hypothecaire geldleningsovereenkomst gesloten met een rentevast periode van vijf jaar. Toen deze afliep in 2015 hebben consumenten een nieuwe rentevast periode afgesproken van tien jaar met een rente van 2,85%. Een jaar later hebben zij de rentevast periode opengebroken en is een nieuwe rentevast periode overeengekomen van tien jaar met een rente van 2,2%. Voor deze wijziging heeft de bank een rentedervingsvergoeding in rekening gebracht en administratiekosten. In deze procedure ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.