RFR 2020/69
Erfrecht. Wanneer is er sprake van een gift die krachtens art. 4:70 BW op de legitieme portie in mindering moet worden gebracht?
HR 14-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:262
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 februari 2020
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/04556
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS200513:1
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
Erfrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:262, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1083, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑10‑2019
- Wetingang
Essentie
Legitieme portie. Erfrecht.
Wanneer is er sprake van een gift die krachtens art. 4:70 BW op de legitieme portie in mindering moet worden gebracht?
Samenvatting
Broer en zus die in de onderhavige procedure tegenover elkaar staan, zijn de enige kinderen uit het huwelijk van erflaatster (hun moeder) en haar echtgenoot (hun vader). De ouders van partijen waren in gemeenschap van goederen gehuwd. Op 31 maart 1993 is de vader van partijen overleden. Bij testament heeft de vader van partijen onder andere het vruchtgebruik van zijn gehele nalatenschap gelegateerd aan de moeder. Zij heeft op 23 februari ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.