Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 4:49 [Prospectusplicht beheerder]
Geldend
Geldend vanaf 18-03-2016
- Bronpublicatie:
10-02-2016, Stb. 2016, 91 (uitgifte: 03-03-2016, kamerstukken: 34322)
- Inwerkingtreding
18-03-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-02-2016, Stb. 2016, 91 (uitgifte: 03-03-2016, kamerstukken: 34322)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een beheerder van een icbe heeft op zijn website een prospectus beschikbaar over elke door hem beheerde icbe.
2.
Het prospectus bevat ten minste:
- a.
de gegevens die voor beleggers noodzakelijk zijn om zich een oordeel te vormen over de icbe en de daaraan verbonden kosten en risico's;
- b.
een verklaring van de beheerder van een icbe dat hijzelf, de icbe en de eventueel daaraan verbonden bewaarder voldoen aan de bij of krachtens deze wet gestelde regels en dat het prospectus voldoet aan de bij of krachtens deze wet gestelde regels;
- c.
een mededeling van een accountant, onder vermelding van zijn naam en kantooradres, dat het prospectus de ingevolge deze wet voorgeschreven gegevens bevat;
- d.
het registratiedocument van de beheerder van een icbe, bedoeld in artikel 4:48, eerste lid; en
- e.
bij algemene maatregel van bestuur te bepalen andere gegevens die op bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen wijze in het prospectus worden opgenomen.
3.
Indien een icbe bestaat uit subfondsen, neemt de beheerder van een icbe de specifiek voor een subfonds geldende voorwaarden op in het prospectus van de icbe.
4.
Een beheerder van een icbe actualiseert de gegevens die in het prospectus zijn opgenomen zodra daartoe aanleiding bestaat.
5.
De Autoriteit Financiële Markten kan verlangen dat het prospectus in een of meer door haar te bepalen talen beschikbaar wordt gesteld indien dit, gelet op de voorgenomen verspreiding van het prospectus, noodzakelijk is voor een adequate informatieverschaffing aan het publiek.
6.
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het eerste of derde lid, alsmede van ingevolge het tweede lid bepaalde, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die het eerste lid beoogt te bereiken anderszins worden bereikt.