Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafrecht
Artikel 74b [Toch vervolging na transactie]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
22-02-2017, Stb. 2017, 82 (uitgifte: 09-03-2017, kamerstukken: 34086)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 507 (uitgifte: 24-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
1.
Een bevel als bedoeld in artikel 12k van het Wetboek van Strafvordering doet, na voldoening aan de overeenkomstig artikel 74 gestelde voorwaarden, het recht tot strafvordering herleven als ware het niet vervallen geweest.
2.
Na een bevel, als bedoeld in het vorige lid, worden bedragen, betaald in toepassing van artikel 74, tweede lid, onder a, c en d, onverwijld terugbetaald aan degene die ze heeft betaald.
3.
Volgt na een bevel als bedoeld in het eerste lid een veroordeling, dan houdt de rechter rekening met de afstand of uitlevering door de veroordeelde van voorwerpen op grond van artikel 74, tweede lid, onder b en c, met de vergoeding van schade op grond van artikel 74, tweede lid, onder e, en met de onbetaalde arbeid die is verricht of het leerproject dat is gevolgd op grond van artikel 74, tweede lid, onder f.
4.
Eindigt, na een bevel als bedoeld in het eerste lid, de zaak waarbij een voorwaarde is gesteld als bedoeld in artikel 74, tweede lid, onder f, zonder oplegging van straf of maatregel, dan kan de rechter, op verzoek van de gewezen verdachte, deze een vergoeding ten laste van de staat toekennen voor de schade welke hij ten gevolge van de verrichtte[lees: verrichte] onbetaalde arbeid of het gevolgde leerproject heeft geleden. Onder schade is begrepen het nadeel dat niet in vermogensschade bestaat. De artikelen 533, derde, vierde en zesde lid, 534, 535 en 536 van het Wetboek van Strafvordering zijn van overeenkomstige toepassing.