NJ 2024/50
Faillissementsrecht. Arbeidsrecht. Positie werknemer bij overgang van onderneming na voorbereide doorstart (pre-pack); eis dat procedure is geregeld in wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen. Vervolg op HR 29 mei 2020, NJ 2020/235 en HvJ EU 28 april 2022, NJ 2022/272.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.R. Salomons
- Zaaknummer
18/04401
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Noot
F.M.J. Verstijlen
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS944956:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1372, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:368, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 31‑03‑2023
ECLI:NL:HR:2020:954, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑05‑2020
ECLI:NL:HR:2020:753, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1237, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 01‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑11‑2018
- Wetingang
Art. 5 lid 1 Richtlijn 2001/23/EG; art. 7:666 BW
Essentie
Faillissementsrecht. Arbeidsrecht. Positie werknemer bij overgang van onderneming na voorbereide doorstart (pre-pack); eis dat procedure is geregeld in wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen. Vervolg op HR 29 mei 2020, NJ 2020/235 en HvJ EU 28 april 2022, NJ 2022/272.
Samenvatting
Gelet op het antwoord van het HvJ EU (HvJ EU 28 april 2022, NJ 2022/272, m.nt. F.M.J. Verstijlen) op prejudiciële vragen van de Hoge Raad (HR 29 mei 2020, NJ 2020/235) geldt dat aan de voorwaarden van art. 5 lid 1 van Richtlijn 2001/23/EG dat ...