V-N 2024/50.14
Nationale hoogste rechter moet afwijzing verzoek om prejudiciële vragen te stellen motiveren
HvJ EU 15-10-2024, ECLI:EU:C:2024:881, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws (KUBERA)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
15 oktober 2024
- Magistraten
Lenaerts, Von Danwitz, Biltgen, Jürimäe, Lycourgos, Arastey Sahún, Rodin, Gratsias, Gavalec, Arabadjiev, Passer, Csehi, Spineanu-Matei
- Zaaknummer
C-144/23
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Roepnaam
KUBERA
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS986211:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2024:881, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 15‑10‑2024
ECLI:EU:C:2024:522, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie, 18‑06‑2024
- Wetingang
art. 267 VWEU
Essentie
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat, nu tegen de beslissing geen hoger beroep meer mogelijk is, de Sloveense rechter een verzoek van een partij om prejudiciële vragen te stellen aan het HvJEU inhoudelijk moet beoordelen. De rechter moet, bij afwijzing van het verzoek, motiveren waarom hij geen verzoek heeft ingediend tot het stellen van een prejudiciële vraag.
Samenvatting
KUBERA, trgovanje s hrano in pijačo, d.o.o. (Kubera) koopt in Turkije blikjes Red Bull-drank, die in Oostenrijk zijn gemaakt. Kubera vervoert de blikjes naar de haven van koper in Slovenië. De Sloveense douaneautoriteiten nemen de blikjes in beslag vanwege het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.