NJF 2015/182
Prejudiciële vraag. Buitengerechtelijke incassokosten. Prejudiciële vragen aan Hoge Raad over redelijkheid van buitengerechtelijke kosten in B2B relaties.
Hof 's-Hertogenbosch 03-02-2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:319
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
3 februari 2015
- Magistraten
Mrs. S.M.A.M. Venhuizen, M.A. Wabeke, R.R.M. de Moor
- Zaaknummer
HD 200.128.348/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2015:319, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 03‑02‑2015
ECLI:NL:GHSHE:2014:5062, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 02‑12‑2014
ECLI:NL:GHSHE:2014:2234, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 22‑07‑2014
- Wetingang
Essentie
Prejudiciële vraag. Buitengerechtelijke incassokosten. Prejudiciële vragen aan Hoge Raad over redelijkheid van buitengerechtelijke kosten in B2B relaties.
Samenvatting
Het Hof stelt een aantal prejudiciële vragen aan de Hoge Raad met betrekking tot buitengerechtelijke incassokosten in B2B relaties. De vragen komen voort uit het gegeven dat in casu het contractueel bedongen incassobedrag hoger is dan het forfaitaire bedrag van de BIK staffel. De vragen zien op: 1. de uitleg van het begrip ‘kosten’ in art. 6:44 BW; 2. de mogelijkheid van ambtshalve matiging van contractueel overeengekomen incassokosten in een B2B relatie; 3. of de ‘redelijkheid’ van buitengerechtelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.