In dit thema krijgt u antwoord op de vraag welke doorschuifregelingen in de inkomstenbelasting van toepassing zijn bij bijzondere stakingsgevallen. Daarbij wordt aandacht besteed aan de doorschuifregelingen bij het overlijden van de winstgenieter, ontbinding van de huwelijksgemeenschap en de overdracht van de onderneming naar ondernemers en werknemers.
Staking
Indien een winstgenieter (ondernemer en medegerechtigde) overlijdt, wordt hij geacht zijn ondernemingsvermogen tegen de waarde in het economisch verkeer te hebben overgedragen aan zijn erfgenamen of echtgenoot (indien sprake is van een huwelijksgemeenschap). Van staking is ook sprake als een winstgenieter zijn onderneming geheel of gedeeltelijk overdraagt aan een medefirmant of werknemer. Bij ontbinding van de huwelijksgemeenschap van een winstgenieter, anders dan door overlijden, is eveneens sprake van staking van zijn onderneming. In deze stakingsgevallen moet de winstgenieter in beginsel afrekenen over de in de onderneming aanwezige stille reserves, fiscale reserves en (niet-persoonlijke) goodwill.
Doorschuiven
De doorschuifregelingen komen tegemoet aan de bezwaren van afrekenen bij staking. Door deze regelingen hoeft op het moment van staking niet te worden afgerekend over de stille en fiscale reserves. In plaats daarvan schuift de inkomstenbelastingclaim over de stakingswinst door naar de verkrijger. Bij doorschuiving wordt de onderneming, in geval van overlijden van de winstgenieter, overdracht aan een medefirmant of werknemer dan wel ontbinding van de huwelijksgemeenschap, geacht niet te zijn gestaakt. De verkrijgers zetten bij doorschuiven de onderneming voort met de boekwaarden op de fiscale slotbalans van hun voorganger.
Fiscale modellen, Model II.A.3(I).3A, Verzoek om ‘geruisloze doorschuiving’ aan huurder van een onderneming bij overlijden van verhurende ondernemer
Fiscale modellen, Model II.A.3(I).6, Verzoek om geruisloze doorschuiving van een (gedeelte van een) onderneming aan een medeondernemer/werknemer (art. 3.63, eerste lid, Wet IB 2001)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Bart Mestrom LLM
Belastingadviseur / Vennoot bij BSW Belastingadviseurs in Tilburg
Meer over Bart Mestrom LLM
In dit thema krijgt u antwoord op de vraag welke doorschuifregelingen in de inkomstenbelasting van toepassing zijn bij bijzondere stakingsgevallen. Daarbij wordt aandacht besteed aan de doorschuifregelingen bij het overlijden van de winstgenieter, ontbinding van de huwelijksgemeenschap en de overdracht van de onderneming naar ondernemers en werknemers.
Staking
Indien een winstgenieter (ondernemer en medegerechtigde) overlijdt, wordt hij geacht zijn ondernemingsvermogen tegen de waarde in het economisch verkeer te hebben overgedragen aan zijn erfgenamen of echtgenoot (indien sprake is van een huwelijksgemeenschap). Van staking is ook sprake als een winstgenieter zijn onderneming geheel of gedeeltelijk overdraagt aan een medefirmant of werknemer. Bij ontbinding van de huwelijksgemeenschap van een winstgenieter, anders dan door overlijden, is eveneens sprake van staking van zijn onderneming. In deze stakingsgevallen moet de winstgenieter in beginsel afrekenen over de in de onderneming aanwezige stille reserves, fiscale reserves en (niet-persoonlijke) goodwill.
Doorschuiven
De doorschuifregelingen komen tegemoet aan de bezwaren van afrekenen bij staking. Door deze regelingen hoeft op het moment van staking niet te worden afgerekend over de stille en fiscale reserves. In plaats daarvan schuift de inkomstenbelastingclaim over de stakingswinst door naar de verkrijger. Bij doorschuiving wordt de onderneming, in geval van overlijden van de winstgenieter, overdracht aan een medefirmant of werknemer dan wel ontbinding van de huwelijksgemeenschap, geacht niet te zijn gestaakt. De verkrijgers zetten bij doorschuiven de onderneming voort met de boekwaarden op de fiscale slotbalans van hun voorganger.
Documenten bij dit thema
Wetgeving
Art. 3.58 Wet IB 2001
Art. 3.59 Wet IB 2001
Art. 3.62 Wet IB 2001
Art. 3.63 Wet IB 2001
Art. 3.99 Wet IB 2001
Artikel 13a Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001
Besluit van 14 mei 2018, nr. 2018-64996, V-N 2018/31.7
Kennisgroepstandpunt Belastingdienst van 18 juli 2023, KG:212:2023:4, Doorschuiffaciliteit ex artikel 3.62 Wet IB 2001 en verhuurde onderneming
Standaardarrest
HR 5 januari 2007, nr. 42.683, ECLI:NL:HR:2007:AY9928, BNB 2007/139, V-N 2007/6.13, FED 2007/10, Belastingadvies 2007/2.4, NJB 2007, 605
Belangrijkste uitspraken
Hof Amsterdam 26 februari 1986, nr. 3070/84, ECLI:NL:HR:1992:ZC5200, BNB 1988/68, WFR 1992/1858, V-N 1992/3895, 13, FED 1993/183
HR 3 maart 1993, nr. 28 676, ECLI:NL:HR:1993:ZC5272, BNB 1993/154, WFR 1993/484, 1, V-N 1993/955, 9, FED 1993/500
HR 11 april 2001, nr. 36 381, ECLI:NL:HR:2001:AB1788, BNB 2001/245, WFR 2001/786, 1, V-N 2001/30.20, FED 2001/337
HR 20 februari 2009, nr. 07/10313, ECLI:NL:PHR:2009:BF0389, BNB 2009/117, V-N 2009/10.16, FED 2009/42, Belastingadvies 2009/6.5
Literatuur
De zin en onzin van een doorschuifregling voor de bedrijfsopvolging, M.J. Hoogeveen, WFR 2000/1134
Enkele inkomstenbelastingaspecten van bedrijfsopvolging bij leven van eenmanszaken, M.H.C. Ruijschop, TFO 2003/39
Aspecten van bedrijfsopvolging, T. Blokland,TFO 2000/181
Tigelaar-Klootwijk, Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen (FM nr. 141) 2013/4.2, onderdeel Doorschuiffaciliteiten
Civiel- en fiscaalrechtelijke gevolgen voor een ondernemer van samenwonen, huwen en scheiden, K.M.L.L. van de Ven & J.H.M. Arts, TFO 2017/153.1
Vermogensetikettering van vastgoed in bedrijfsopvolgingssituaties, A. Rozendal, WFR 2018/53
Naslag
Vakstudie Inkomstenbelasting, art. 3.58 Wet IB 2001, kernbeschrijving t/m aantekening 5
Vakstudie Inkomstenbelasting, art. 3.59 Wet IB 2001, kernbeschrijving t/m aantekening 4
Vakstudie Inkomstenbelasting, art. 3.62 Wet IB 2001, kernbeschrijving t/m aantekening 4
Vakstudie Inkomstenbelasting, art. 3.63 Wet IB 2001, kernbeschrijving t/m aantekening 9
Vakstudie Inkomstenbelasting, art. 3.99 Wet IB 2001, kernbeschrijving t/m aantekening. 1.17
Cursus Belastingrecht, IB.3.2.31 t/m IB.3.2.32.F, Fictieve overdracht en Doorschuiving bij staking
Cursus Belastingrecht, Aangaan van een huwelijk, mr. dr. N.C.G. Gubbels
Cursus Belastingrecht, Bedrijfsopvolging bij personenvennootschappen, mr. dr. M.L.M. van Kempen
Cursus Belastingrecht, Echtscheiding, mr. A.J.M. Arends
Verwante onderwerpen
Thema: Omzetting: van IB-onderneming naar bv
Thema: Terugkeer uit de bv
Thema: Stakingswinst
Modellen
Fiscale modellen, Model II.A.3(I).3, Verzoek om ‘geruisloze doorschuiving’ bij overlijden van de (pseudo-)ondernemer
Fiscale modellen, Model II.A.3(I).3A, Verzoek om ‘geruisloze doorschuiving’ aan huurder van een onderneming bij overlijden van verhurende ondernemer
Fiscale modellen, Model II.A.3(I).6, Verzoek om geruisloze doorschuiving van een (gedeelte van een) onderneming aan een medeondernemer/werknemer (art. 3.63, eerste lid, Wet IB 2001)