Pensioenen: De fiscale grenzen tot 1 juli 2023 nader beschouwd
Pensioenen: De fiscale grenzen tot 1 juli 2023 nader beschouwd
Gerard Staats
Werkzaam op het Bureau Vaktechniek van BDO Belastingadviseurs en universitair docent bij het Fiscaal Instituut van Tilburg University en de Open Universiteit
1) Wat betekent pensioenopbouw onder een eindloon- of middelloonregeling of met een beschikbare premieregeling?
2) Wat zijn de fiscale grenzen van het ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen en wie zijn de mogelijke pensioenuitvoerders?
De fiscale regelgeving voor pensioenen is vastgelegd in hoofdstuk IIB van de Wet op de Loonbelasting 1964. De civielrechtelijke wetgeving is vastgelegd in de Pensioenwet. In deze themabijdrage zal hierop niet verder worden ingegaan. Binnen het fiscale kader kan een oudedags- en nabestaandenvoorziening worden opgebouwd volgens de omkeerregel: de ingelegde premies zijn aftrekbaar en de uitkeringen pas belast op het moment van uitkeren. In dit thema staat het (fiscale) pensioensysteem tot 1 juli 2023 centraal. Per 1 juli 2023 is de Wet toekomst pensioenen (Wtp) ingegaan. Alle pensioenregelingen moeten vóór 1 januari 2028 worden aangepast aan de Wtp. Dat betekent dat men tot dat moment nog te maken heeft met pensioenregelingen onder het systeem dat gold tot 1 juli 2023. Dat systeem staat hier dus centraal. Voor de regelgeving van de Wtp wordt verwezen naar het thema over de ‘Wet toekomst pensioenen’
Pensioensystemen
De Wet op de loonbelasting 1964 kende tot 1 juli 2023 twee verschillende pensioensystemen. Enerzijds is dat het salaris/dienstjarensysteem in de vorm van een middelloon- of eindloonregeling en anderzijds de beschikbare premieregeling. Bij een salaris/dienstjarensysteem staat de pensioenuitkering centraal. De hoogte van de te bereiken uitkering is afhankelijk van het salaris en de diensttijd. Bij een middelloonregeling mag jaarlijks maximaal 1,875% van de pensioengrondslag worden opgebouwd, bij eindloonregelingen 1,657%. De pensioengrondslag is het jaarsalaris minus de AOW-franchise. Bij een eindloonregeling is de pensioenuitkering gebaseerd op het laatstverdiende inkomen, terwijl het resultaat bij een middelloonregeling het pensioen het resultaat is van het gemiddeld verdiende inkomen.
Beschikbare premie
Bij een beschikbare premieregeling staat niet de pensioenuitkering centraal, maar de premie. De hoogte van het uiteindelijke kapitaal is afhankelijk van de betaalde premies en het tijdens de looptijd behaalde rendement. Ook de rente op het moment van aankoop van de pensioenuitkeringen, is van belang. De hoogte van de beschikbare premie is leeftijdsafhankelijk en wordt uitgedrukt in een percentage van de pensioengrondslag. De hoogte van de premie neemt toe naarmate de deelnemer ouder wordt.
Grenzen
Het maximale ouderdomspensioen is 100% van het pensioengevend inkomen. Sinds 1 januari 2015 mag maximaal over een pensioengevend loon van € 100.000 (2024: € 137.800) worden opgebouwd.
Pensioenuitvoerders
Toegestane pensioenuitvoerders zijn verzekeraars en pensioenfondsen.
Afkoop
Op het moment dat een werknemer niet meer voldoet aan de wettelijke voorwaarden wordt het pensioen geacht te zijn afgekocht. De totale waarde van het pensioen wordt dan direct in de belastingheffing betrokken én over de waarde is ook nog 20% revisierente verschuldigd.
Pensioenakkoord
In 2019 is het Pensioenakkoord gesloten. Per 1 juli 2023 is de Wet toekomst pensioenen (Wtp) ingegaan, die leidt tot fundamentele veranderingen op pensioenterrein. Zie hiervoor het thema ‘Wet toekomst pensioenen’.
Modellen voor de Rechtspraktijk VI.4.56 Verzoek om belastingvrije overdracht van pensioenkapitaal naar een buitenlandse verzekeraar
Modellen voor de Rechtspraktijk VI.4.51 Verzoek om belastingvrije overdracht van pensioenkapitaal vanuit het buitenland naar een in Nederland toegelaten verzekeraar
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Gerard Staats
Werkzaam op het Bureau Vaktechniek van BDO Belastingadviseurs en universitair docent bij het Fiscaal Instituut van Tilburg University en de Open Universiteit
Meer over Gerard Staats
In dit thema krijgt u antwoord op de vragen:
1) Wat betekent pensioenopbouw onder een eindloon- of middelloonregeling of met een beschikbare premieregeling?
2) Wat zijn de fiscale grenzen van het ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen en wie zijn de mogelijke pensioenuitvoerders?
De fiscale regelgeving voor pensioenen is vastgelegd in hoofdstuk IIB van de Wet op de Loonbelasting 1964. De civielrechtelijke wetgeving is vastgelegd in de Pensioenwet. In deze themabijdrage zal hierop niet verder worden ingegaan. Binnen het fiscale kader kan een oudedags- en nabestaandenvoorziening worden opgebouwd volgens de omkeerregel: de ingelegde premies zijn aftrekbaar en de uitkeringen pas belast op het moment van uitkeren. In dit thema staat het (fiscale) pensioensysteem tot 1 juli 2023 centraal. Per 1 juli 2023 is de Wet toekomst pensioenen (Wtp) ingegaan. Alle pensioenregelingen moeten vóór 1 januari 2028 worden aangepast aan de Wtp. Dat betekent dat men tot dat moment nog te maken heeft met pensioenregelingen onder het systeem dat gold tot 1 juli 2023. Dat systeem staat hier dus centraal. Voor de regelgeving van de Wtp wordt verwezen naar het thema over de ‘Wet toekomst pensioenen’
Pensioensystemen
De Wet op de loonbelasting 1964 kende tot 1 juli 2023 twee verschillende pensioensystemen. Enerzijds is dat het salaris/dienstjarensysteem in de vorm van een middelloon- of eindloonregeling en anderzijds de beschikbare premieregeling. Bij een salaris/dienstjarensysteem staat de pensioenuitkering centraal. De hoogte van de te bereiken uitkering is afhankelijk van het salaris en de diensttijd. Bij een middelloonregeling mag jaarlijks maximaal 1,875% van de pensioengrondslag worden opgebouwd, bij eindloonregelingen 1,657%. De pensioengrondslag is het jaarsalaris minus de AOW-franchise. Bij een eindloonregeling is de pensioenuitkering gebaseerd op het laatstverdiende inkomen, terwijl het resultaat bij een middelloonregeling het pensioen het resultaat is van het gemiddeld verdiende inkomen.
Beschikbare premie
Bij een beschikbare premieregeling staat niet de pensioenuitkering centraal, maar de premie. De hoogte van het uiteindelijke kapitaal is afhankelijk van de betaalde premies en het tijdens de looptijd behaalde rendement. Ook de rente op het moment van aankoop van de pensioenuitkeringen, is van belang. De hoogte van de beschikbare premie is leeftijdsafhankelijk en wordt uitgedrukt in een percentage van de pensioengrondslag. De hoogte van de premie neemt toe naarmate de deelnemer ouder wordt.
Grenzen
Het maximale ouderdomspensioen is 100% van het pensioengevend inkomen. Sinds 1 januari 2015 mag maximaal over een pensioengevend loon van € 100.000 (2024: € 137.800) worden opgebouwd.
Pensioenuitvoerders
Toegestane pensioenuitvoerders zijn verzekeraars en pensioenfondsen.
Afkoop
Op het moment dat een werknemer niet meer voldoet aan de wettelijke voorwaarden wordt het pensioen geacht te zijn afgekocht. De totale waarde van het pensioen wordt dan direct in de belastingheffing betrokken én over de waarde is ook nog 20% revisierente verschuldigd.
Pensioenakkoord
In 2019 is het Pensioenakkoord gesloten. Per 1 juli 2023 is de Wet toekomst pensioenen (Wtp) ingegaan, die leidt tot fundamentele veranderingen op pensioenterrein. Zie hiervoor het thema ‘Wet toekomst pensioenen’.
Documenten bij dit thema
Wetgeving
Artikel 11 Wet op de loonbelasting 1964
Artikelen 18-19f Wet op de loonbelasting 1964
Staffelbesluit pensioenen, besluit van 26 juni 2023, nr. 2023-13825 (Stcrt. 2023, 18466) en Wijziging Staffelbesluit pensioenen (Stcrt. 2023-25923)
en (Stcrt. 2024-19889)
Verzamelbesluit pensioenen, besluit van 27 juni 2023, nr. 2023-13641 (Stcrt. 2023, 18570)
Belangrijkste uitspraken
HR 1 mei 2015, nr.14/04075, ECLI:NL:HR:2015:1175, V-N 2015/23.1.3
HR 21 maart 2014, nr. 12/05924, ECLI:NL:HR:2014:633, BNB 2014/143, V-N 2014/15.12, FED 2014/50, PJ 2014/78
Rechtbank Zeeland-West-Brabant 11 september 2013, AWB 12/6608, ECLI:NL:RBZWB:2013:6550, V-N 2013/57.9, PJ 2013/203
Literatuur
Fiscale voorwaarden nettopensioen en nettolijfrente definitief, en nu?, Drs. N.M. Winter en mr. C.M. Uenk, Tijdschrift voor Pensioenvraagstukken/2015.11
Fiscaal verdragsbeleid en pensioenuitkeringen, Mr. C.A.H. Luijken, Tijdschrift voor Pensioenvraagstukken/2015.23
Pensioen in de loonsfeer, mr. B.G.J. Schuurman, Wolters Kluwer, 2019
Het conceptwetsvoorstel Wet toekomst pensioenen, G.M.C.M. Staats en B. Starink, WFR 2021/42.
De fiscale aspecten van het conceptwetsvoorstel Wet toekomst pensioenen, G. Staats en B. Starink, PensioenMagazine 2021/43
Wet toekomst pensioenen fiscaal, H.M. Kappelle, WFR 2022/175
Wet toekomst pensioenen, E. Lutjens, NJB 2023/2544
Naslag
Cursus Belastingrecht, Wegwijzer Pensioen, prof. dr. A.H.H. Bollen-Vandenboorn
Vakstudie Loonbelasting en Premieheffingen, art. 18 Wet op de loonbelasting 1964, aant. 1 e.v.
Verwante onderwerpen
Thema: Wet toekomst pensioenen: de fiscale regelgeving
Thema: Lijfrenten
Modellen
Modellen voor de Rechtspraktijk VI.4.56 Verzoek om belastingvrije overdracht van pensioenkapitaal naar een buitenlandse verzekeraar
Modellen voor de Rechtspraktijk VI.4.51 Verzoek om belastingvrije overdracht van pensioenkapitaal vanuit het buitenland naar een in Nederland toegelaten verzekeraar