Innovatiebox

Met de innovatiebox worden voordelen uit bepaalde immateriële activa belast tegen een effectief tarief van 9% (2018 t/m 2020: 7%) in plaats van het reguliere Vpb-tarief van 25,8%. Dit wordt gerealiseerd door die voordelen slechts voor 9/25,8-gedeelte in aanmerking te nemen.

De innovatiebox is van toepassing op voordelen uit ‘kwalificerende immateriële activa’. Dat zijn immateriële activa die zijn voortgevloeid uit speur- en ontwikkelingswerk waarvoor door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) aan de belastingplichtige een S&O-verklaring is afgegeven. Voor grotere belastingplichtigen gelden echter aanvullende eisen. Merken, logo’s en daarmee vergelijkbare vermogensbestanddelen tellen niet mee.

De innovatiebox is alleen van toepassing op positieve voordelen uit kwalificerende immateriële activa. Daarbij geldt een nexusbenadering. Dat houdt in dat een belastingplichtige de innovatiebox alleen kan toepassen op voordelen die samenhangen met substantiële activiteiten van de belastingplichtige zelf. Verliezen zijn aftrekbaar tegen het reguliere Vpb-tarief van maximaal 25,8%, maar zullen als additionele voortbrengingskosten als drempel ingehaald moeten worden ten laste van latere voordelen uit kwalificerende immateriële activa.

Voor toepassing van de innovatiebox geldt een drempel: kort gezegd kan de box pas worden toegepast als de voordelen groter zijn dan de voortbrengingskosten.

Een ondernemer die daarvoor in aanmerking komt mag bij wijze van forfait 25% van de winst – met een maximum van € 25.000 – toerekenen aan de innovatiebox.