Wat is de werkkostenregeling? En welke gerichte vrijstellingen zijn er? Mag alles onder de werkkostenregeling gebracht worden? En hoe groot is de vrije ruimte? In dit thema staan de antwoorden op deze vragen centraal.
De werkkostenregeling (WKR) is ingevoerd in 2011 en na enkele overgangsjaren vanaf 2015 voor alle werkgevers verplicht. Belangrijke doelstelling van de WKR was vereenvoudiging. De wetgever vond het regime van vergoedingen en verstrekkingen te ingewikkeld. Vereenvoudiging lijkt niet echt gelukt. Veel belastingvrije vergoedingen of verstrekkingen zijn onder de WKR ook nog van toepassing, maar dan onder de naam van ‘gerichte vrijstelling’ of ‘nihilwaardering’.
Loon
Alles wat de werkgever vergoedt of verstrekt aan een werknemer wordt onder de WKR in eerste instantie tot het loon gerekend. Ook als het gaat om het vergoeden van kosten! Vervolgens heeft de werkgever de keuze tussen het loon belasten bij de werknemer of aanwijzen als eindheffingsloon. Hiermee lijkt het loonbegrip in de Wet op de Loonbelasting 1964 flink opgerekt, maar dat is volgens de staatssecretaris niet de essentie van de WKR. Het loonbegrip in de wet blijft dus ‘al hetgeen uit de dienstbetrekking wordt genoten’. Ook het vrijgestelde loon, zoals pensioenaanspraken en de eenmalige jubileumuitkering na een dienstverband van 25 jaar blijft bestaan.
De werkgever mag dan de keuze hebben tussen belasten als loon of aanwijzen als eindheffingsloon, hij heeft ook nog te maken met nihilwaarderingen, gerichte vrijstellingen en intermediaire kosten. Sommige zaken zoals het voordeel van de auto van de zaak zijn verplicht werknemersloon en mogen niet als eindheffingsloon worden aangewezen.
Vrije ruimte
Meest opvallend onder de WKR is de vrije ruimte. Elke werkgever mag 1,2% van de totale fiscale loonsom besteden aan vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen aan werknemers. Vanaf 2020 is de vrije ruimte verhoogd tot 1,7% over de eerste EUR 400.000 loonsom. Over het meerdere blijft het percentage van 1,2 gelden. Naar aanleiding van de Covid-19 pandemie is de vrije ruimte voor 2020 en 2021 nog verder verhoogd naar 3% over de eerste € 400.000 van de loonsom. Voor 2021 geldt een percentage van 1,18% over het meerdere. Wijst de werkgever een groter bedrag aan dan de vrije ruimte dan is hij over het meerdere 80% loonheffing in de vorm van eindheffing verschuldigd. De keuze voor het aanwijzen als eindheffingsloon is beperkt door het gebruikelijkheidscriterium. Wijkt de omvang van het aangewezen eindheffingsloon in meer dan belangrijke mate (30%) af van hetgeen gebruikelijk is, dan moet dit loon toch bij de werknemer worden belast. Voor het jaar 2022 is de vrije ruimte 1,7% van het loon tot € 400.000 en 1,18% over het meerdere. Voor 2023 geldt een vrije ruimte van 3% de eerste € 400.000 van de loonsom en geldt een percentage van 1,18% over het meerdere. Vanaf 2024 is de vrije ruimte 1,92% van de eerste € 400.000 van de loonsom en geldt het percentage van 1,18% over het meerdere.
Maatregelen coronacrisis
In verband met de coronacrisis geldt voor de jaren 2020 en 2021 een verhoging van de vrije ruimte. Over de eerste € 400.000 aan loonsom is de vrije ruimte 3% in plaats van 1,7%. Verder geldt dat het vergoeden of verstrekken van mondkapjes aan werknemers die met de openbaar vervoer reizen gericht is vrijgesteld. Voor reiskostenvergoedingen geldt dat de werkgever deze mag blijven doorbetalen alsof het reispatroon van de werknemer niet is gewijzigd, ook al werkt deze feitelijk thuis. Deze goedkeuring geldt tot en met 31 december 2021, als de werknemer tenminste uiterlijk op 13 maart 2020 al recht had op de reiskostenvergoeding.
Hans de Vries
Deskundige op het gebied van grensoverschrijdende arbeid
Tax Partner, Taxperience NV
Meer over Hans de Vries
Wat is de werkkostenregeling? En welke gerichte vrijstellingen zijn er? Mag alles onder de werkkostenregeling gebracht worden? En hoe groot is de vrije ruimte? In dit thema staan de antwoorden op deze vragen centraal.
De werkkostenregeling (WKR) is ingevoerd in 2011 en na enkele overgangsjaren vanaf 2015 voor alle werkgevers verplicht. Belangrijke doelstelling van de WKR was vereenvoudiging. De wetgever vond het regime van vergoedingen en verstrekkingen te ingewikkeld. Vereenvoudiging lijkt niet echt gelukt. Veel belastingvrije vergoedingen of verstrekkingen zijn onder de WKR ook nog van toepassing, maar dan onder de naam van ‘gerichte vrijstelling’ of ‘nihilwaardering’.
Loon
Alles wat de werkgever vergoedt of verstrekt aan een werknemer wordt onder de WKR in eerste instantie tot het loon gerekend. Ook als het gaat om het vergoeden van kosten! Vervolgens heeft de werkgever de keuze tussen het loon belasten bij de werknemer of aanwijzen als eindheffingsloon. Hiermee lijkt het loonbegrip in de Wet op de Loonbelasting 1964 flink opgerekt, maar dat is volgens de staatssecretaris niet de essentie van de WKR. Het loonbegrip in de wet blijft dus ‘al hetgeen uit de dienstbetrekking wordt genoten’. Ook het vrijgestelde loon, zoals pensioenaanspraken en de eenmalige jubileumuitkering na een dienstverband van 25 jaar blijft bestaan.
De werkgever mag dan de keuze hebben tussen belasten als loon of aanwijzen als eindheffingsloon, hij heeft ook nog te maken met nihilwaarderingen, gerichte vrijstellingen en intermediaire kosten. Sommige zaken zoals het voordeel van de auto van de zaak zijn verplicht werknemersloon en mogen niet als eindheffingsloon worden aangewezen.
Vrije ruimte
Meest opvallend onder de WKR is de vrije ruimte. Elke werkgever mag 1,2% van de totale fiscale loonsom besteden aan vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen aan werknemers. Vanaf 2020 is de vrije ruimte verhoogd tot 1,7% over de eerste EUR 400.000 loonsom. Over het meerdere blijft het percentage van 1,2 gelden. Naar aanleiding van de Covid-19 pandemie is de vrije ruimte voor 2020 en 2021 nog verder verhoogd naar 3% over de eerste € 400.000 van de loonsom. Voor 2021 geldt een percentage van 1,18% over het meerdere. Wijst de werkgever een groter bedrag aan dan de vrije ruimte dan is hij over het meerdere 80% loonheffing in de vorm van eindheffing verschuldigd. De keuze voor het aanwijzen als eindheffingsloon is beperkt door het gebruikelijkheidscriterium. Wijkt de omvang van het aangewezen eindheffingsloon in meer dan belangrijke mate (30%) af van hetgeen gebruikelijk is, dan moet dit loon toch bij de werknemer worden belast. Voor het jaar 2022 is de vrije ruimte 1,7% van het loon tot € 400.000 en 1,18% over het meerdere. Voor 2023 geldt een vrije ruimte van 3% de eerste € 400.000 van de loonsom en geldt een percentage van 1,18% over het meerdere. Vanaf 2024 is de vrije ruimte 1,92% van de eerste € 400.000 van de loonsom en geldt het percentage van 1,18% over het meerdere.
Maatregelen coronacrisis
In verband met de coronacrisis geldt voor de jaren 2020 en 2021 een verhoging van de vrije ruimte. Over de eerste € 400.000 aan loonsom is de vrije ruimte 3% in plaats van 1,7%. Verder geldt dat het vergoeden of verstrekken van mondkapjes aan werknemers die met de openbaar vervoer reizen gericht is vrijgesteld. Voor reiskostenvergoedingen geldt dat de werkgever deze mag blijven doorbetalen alsof het reispatroon van de werknemer niet is gewijzigd, ook al werkt deze feitelijk thuis. Deze goedkeuring geldt tot en met 31 december 2021, als de werknemer tenminste uiterlijk op 13 maart 2020 al recht had op de reiskostenvergoeding.
Documenten bij dit thema
Wetgeving
Artikel 11 Wet op de loonbelasting 1964
Artikel 31 Wet op de loonbelasting 1964
Artikel 31a Wet op de loonbelasting 1964
Hoofdstuk 4AUitvoeringsbesluit loonbelasting 1965
Artikel 1.2 lid 1letter f Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011
Artikel 3.7 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011
Artikel 3.8 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011
Hoofdstuk 8 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011
Artikel 8.4a Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011
Artikel 8.4b Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011
Besluit, 17 december 2014, nr. BLKB2014/1894M
Belangrijkste uitspraken
HR 5 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1050, BNB 2020/20, V-N 2019/34.10, Belastingadvies 2019/19.7, TaxVisions editie 19 juli 2019
Literatuur
De evaluatie van de werkkostenregeling beoordeeld, Th.J.M. van Schende, WFR 2018/103
De werkkostenregeling, drs. P.W.H. Hoogstraten, Fiscaal Actueel, deel 10, Deventer: Kluwer, 2015
De WKR: Werkbaar, Kostbaar of Rekbaar?, B. Emmerig, ArbeidsRecht 2015/1
De werkkostenregeling; knutselen aan een lelijk eendje maakt nog niet een mooie zwaan, dr. F.M. Werger & mr. A.L. Mertens, WFR 2014/1067
Naslag
Cursus Belastingrecht, Thuiswerken nationaal, prof. dr. M.J.G.A.M. Weerepas
Cursus Belastingrecht, IB.3.3.3.C.a, Begrip ‘loon’; werkkostenregeling
Cursus Belastingrecht, LB.5.4.1.B.b, Achtergronden en opzet van de werkkostenregeling
Cursus Belastingrecht, LB.5.4.1.B.l, Schema werkkostenregeling
Fiscale Encyclopedie De Vakstudie, Loonbelasting en Premieheffingen, Wegwijzer De werkkostenregeling
Verwante onderwerpen
Thema: De 30% regeling
Thema: Eindheffingen: Loonbelasting heffen van de werkgever
Thema: Fiscale aspecten van de werkkamer thuis
Modellen
Modellen voor de Rechtspraktijk VI.4.35. Model Verzoek om vaststelling van een geringere waarde voor het genot van een woning dan de waarde volgens de wettelijke regeling