Wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget tot intensivering van het kindgebonden budget in verband met de koopkrachtondersteuning in 2025 (36606)

Redactie

b85c7238-bfad-4ac4-8d35-a8afeb959476

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op Prinsjesdag het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget tot intensivering van het kindgebonden budget in verband met koopkrachtondersteuning in 2025 bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel is onderdeel van het pakket Belastingplan 2025. Het is de bedoeling dat de wet op 1 januari 2025 in werking treedt.

Het wetsvoorstel wijzigt de Wet op het kindgebonden budget en verhoogt structureel het kindbedrag met ingang van 1 januari 2025 en is onderdeel van een pakket koopkrachtmaatregelen dat per 1 januari 2025 van kracht wordt. De intensivering van het kindgebonden budget is gericht op het verminderen van de (kinder)armoede.

In 2023 heeft een incidentele ophoging van de kindbedragen plaatsgevonden. Deze incidentele ophoging wordt in de jaren 2025, 2026 en 2028 geleidelijk afgebouwd. De afbouw blijft in stand en werkt door in de voorgestelde ophoging van de bedragen van het kindgebonden budget.

De aanpassingen in dit wetsvoorstel worden toegepast na implementatie van de beleidsmatige aanpassingen die volgen uit het Belastingplan 2025 en de reguliere indexering met ingang van 1 januari 2025. Het kindgebonden budget wordt per 1 januari 2025 verhoogd naar € 2511. In de jaren 2026, 2027 en 2028 wordt het kindgebonden budget verder verhoogd met respectievelijk € 66, € 64 en € 66. De cumulatieve verhoging ten opzichte van het jaar 2024 komt daarmee voor 2025, 2026, 2027 en 2028 uit op respectievelijk € 184, € 250, € 314 en € 380.